Parameterbeschrijving
14-50 RFI Filter
Deze parameter is alleen beschikbaar voor de FC 302. Hij is niet
relevant voor de FC 301 vanwege een ander ontwerp en kortere
motorkabels.
Option:
Functie:
[0]
Off Selecteer Uit [0] alleen als de frequentieomvormer
wordt gevoed via een geïsoleerde netbron (IT-net).
Bij gebruik van een filter selecteert u Uit [0] tijdens het
laden om een hoge lekstroom, en activering van de
RCD-schakelaar als gevolg hiervan, te voorkomen.
In deze modus worden de interne RFI-condensatoren
tussen het chassis en het RFI-filtercircuit uitgeschakeld
om de aardlekstromen te beperken.
[1]
On Selecteer Aan [1] om ervoor te zorgen dat de
*
frequentieomvormer voldoet aan de EMC-normen.
14-51 DC Link Compensation
Option:
Functie:
[0]
Off
Schakelt DC-linkcompensatie uit.
[1]
On
Schakelt DC-linkcompensatie in.
*
14-52 Fan Control
Stel de minimale snelheid voor de hoofdventilator in.
Option:
Functie:
[0]
Auto
Selecteer Auto [0] om de ventilator alleen
*
te gebruiken wanneer de interne
temperatuur van de frequentieomvormer
zich binnen het bereik van 35 °C tot circa
55 °C bevindt.
De ventilator zal op lage snelheid lopen bij
35 °C en op volle snelheid bij circa 55 °C.
[1]
On 50%
[2]
On 75%
[3]
On 100%
[4]
Auto (Low
temp env.)
14-53 Fan Monitor
Option:
Functie:
Stel in hoe de frequentieomvormer moet
reageren als er een fout wordt gedetecteerd in
de ventilator.
FC 300 Programmeerhandleiding
®
MG33MD10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
14-53 Fan Monitor
Option:
Functie:
[0]
Disabled
[1]
Warning
*
[2]
Trip
14-55 Output Filter
Option:
Functie:
Selecteer het type uitgangsfilter dat is
aangesloten.. Deze parameter kan niet worden
gewijzigd terwijl de motor loopt.
[0]
No
Dit is de standaardinstelling en moet worden
Filter
gebruikt met dU/dt-filters of hoogfrequente
*
common-mode (HF-CM) filters.
[1]
Sine-
Deze instelling dient enkel voor compatibiliteit met
Wave
oudere versies. Hiermee wordt het mogelijk om
Filter
het fluxbesturingsprincipe toe te passen wanneer
14-56 Capacitance Output Filter en 14-57 Inductance
Output Filter zijn geprogrammeerd met de
capaciteit en inductantie van het uitgangsfilter. Het
bereik van de schakelfrequentie wordt hierdoor
NIET beperkt.
[2]
Sine-
Deze parameter stelt de minimaal toegestane
Wave
begrenzing voor de schakelfrequentie in en zorgt
Filter
ervoor dat het filter zal werken binnen het veilige
Fixed
bereik van schakelfrequenties. Dit werkt met alle
besturingsprincipes. Bij gebruik van het fluxbestu-
ringsprincipe moeten 14-56 Capacitance Output
Filter en 14-57 Inductance Output Filter worden
geprogrammeerd (deze parameters hebben geen
effect bij VVC+ en U/f). Het modulatiepatroon zal
worden ingesteld op SFAVM; dit geeft de laagste
akoestische ruis in het filter. Bij gebruik van een
sinusfilter moet 14-55 Output Filter altijd worden
ingesteld op Sinusfilter vast.
14-56 Capacitance Output Filter
De compensatiefunctie van het LC-filter vereist een per fase
gelijkwaardige, in ster geschakelde filtercondensator (3 maal
hogere capaciteit tussen twee fasen dan een condensator met
driehoekschakeling).
Range:
Application
[0.1 - 6500.0
dependent
uF]
*
Functie:
Stel de capaciteit van het
uitgangsfilter in. De waarde
is te vinden op het
filterlabel.
NB
Dit is nodig voor een
juiste compensatie in de
fluxmodus (1-01 Motor
Control Principle).
157
3
3