Problemen verhelpen
100% bereikt. De fout treedt op wanneer de motor
gedurende een te lange tijd voor meer dan 100% is
overbelast.
Probleem verhelpen
Controleer op oververhitting van de motor.
Controleer of de motor mechanisch overbelast is.
Controleer of de ingestelde motorstroom in
1-24 Motor Current correct is.
Controleer of de motorgegevens in parameter
1-20 tot en met 1-25 juist zijn ingesteld.
5
5
Controleer bij gebruik van een externe ventilator
of deze ook is geselecteerd in 1-91 Motor External
Fan.
Door het uitvoeren van een AMA via
1-29 Automatic Motor Adaptation (AMA) wordt de
frequentieomvormer nauwkeuriger afgestemd op
de motor en wordt de thermische belasting
beperkt.
WAARSCHUWING/ALARM 11, Overtemperatuur motorther-
mistor
De thermistor is mogelijk ontkoppeld. Stel in 1-90 Motor
Thermal Protection in of de frequentieomvormer een
waarschuwing of een alarm moet genereren.
Probleem verhelpen
Controleer op oververhitting van de motor.
Controleer of de motor mechanisch overbelast is.
Controleer bij gebruik van klem 53 of 54 of de
thermistor correct is aangesloten tussen klem 53
of 54 (analoge spanningsingang) en klem 50 (+10
V-voeding), en of de klemschakelaar voor 53 of
54 is ingesteld voor spanning. Controleer of
1-93 Thermistor Source is ingesteld op klem 53 of
54.
Controleer bij gebruik van digitale ingang 18 of
19 of de thermistor juist is aangesloten tussen
klem 18 of 19 (digitale ingang, alleen PNP) en
klem 50. Controleer of 1-93 Thermistor Source is
ingesteld op klem 18 of 19.
WAARSCHUWING/ALARM 12, Koppelbegrenzing
Het koppel is hoger dan de ingestelde waarde in
4-16 Torque Limit Motor Mode of 4-17 Torque Limit
Generator Mode. 14-25 Trip Delay at Torque Limit kan
worden gebruikt om voor deze conditie een waarschuwing
gevolgd door een alarm in te stellen in plaats van enkel
een waarschuwing.
222
FC 300 Programmeerhandleiding
®
MG33MD10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Probleem verhelpen
Wanneer de koppelbegrenzing tijdens het
aanlopen wordt overschreden, moet u de
aanlooptijd verlengen.
Wanneer de koppelbegrenzing tijdens het
uitlopen wordt overschreden, moet u de
uitlooptijd verlengen.
Wanneer de koppelbegrenzing tijdens bedrijf
wordt overschreden, kunt u de koppelbegrenzing
mogelijk verhogen. Verzeker u ervan dat het
systeem veilig kan werken bij een hoger koppel.
Controleer de toepassing om te bepalen of de
motor overmatig veel stroom trekt.
WAARSCHUWING/ALARM 13, Overstroom
De piekstroombegrenzing van de omvormer (ongeveer
200% van de nominale stroom) is overschreden. De
waarschuwing zal ongeveer 1,5 s aanhouden, waarna de
frequentieomvormer uitschakelt en een alarm genereert.
Deze fout kan worden veroorzaakt door schokbelasting of
een snelle acceleratie bij belastingen met een hoge
massatraagheid. Als uitgebreide mechanische rembesturing
is geselecteerd, kan de uitschakeling (trip) extern worden
gereset.
Probleem verhelpen:
Schakel de voeding af en controleer of de
motoras kan worden gedraaid.
Controleer of het vermogen van de motor
overeenkomt met dat van de
frequentieomvormer.
Controleer of de motorgegevens in parameter
1-20 tot en met 1-25 correct zijn ingesteld.
ALARM 14, Aardfout
Er loopt een stroom van de uitgangsfasen naar de aarde,
ofwel in de kabel tussen de frequentieomvormer en de
motor of in de motor zelf.
Probleem verhelpen:
Schakel de frequentieomvormer af en hef de
aardfout op.
Controleer op aardfouten in de motor door de
weerstand van de motorkabels en de motor naar
aarde te meten met behulp van een
isolatiemeter.
ALARM 15, Incompatibele hardware
Een gemonteerde optie kan niet werken met de huidige
stuurkaarthardware of -software.
Noteer de waarde van onderstaande parameters en neem
contact op met uw Danfoss-leverancier.
15-40 FC Type
15-41 Power Section
15-42 Voltage