Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Flying Start; Stopaanpassingen - Danfoss VLT AutomationDrive FC 300 Programmeerhandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 300:
Inhoudsopgave

Advertenties

Parameterbeschrijving

1-73 Flying Start

Option:
Functie:
[1]
Enabled
Stelt de frequentieomvormer in staat om
een draaiende motor 'op te vangen' en te
besturen.
Wanneer 1-73 Flying Start is ingeschakeld,
hebben 1-71 Start Delay en 1-72 Start
Function geen functie.
[2]
Enabled
Always
[3]
Enabled Ref.
Dir.
[4]
Enab. Always
Ref. Dir.
NB
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de
motor loopt.
NB
Deze functie wordt niet aanbevolen voor hijstoepassingen.
Voor vermogens boven 55 kW moet de fluxmodus worden
gebruikt om optimale prestaties te verkrijgen.
NB
Om de beste prestaties voor een inschakeling bij draaiende
motor te verkrijgen, moeten de geavanceerde motorge-
gevens in par. 1-30 tot en met 1-35 correct worden
ingesteld.
1-74 Start Speed [RPM]
Range:
Functie:
Application
[0 - 600
Stel de startsnelheid in. Na het
dependent
RPM]
startsignaal springt de uitgangs-
*
snelheid naar de ingestelde waarde.
Stel de startfunctie in 1-72 Start
Function in op [3], [4] of [5] en stel
in 1-71 Start Delay een startvertra-
gingstijd in.
1-75 Start Speed [Hz]
Range:
Application
[Application
dependent
dependant]
*
FC 300 Programmeerhandleiding
Functie:
Deze parameter kan worden
gebruikt voor hijstoepassingen
(schuifanker). Stel de
startsnelheid in. Na het
startsignaal springt de uitgangs-
snelheid naar de ingestelde
waarde. Stel de startfunctie in
1-72 Start Function in op [3], [4]
of [5] en stel in 1-71 Start Delay
een startvertragingstijd in.
®
MG33MD10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
1-76 Start Current
Range:
Functie:
0.00
[Application
Bij bepaalde motoren, zoals schuifanker-
A
dependant]
motoren, is extra stroom/startsnelheid
*
nodig om de rotor te deactiveren. Om
voor deze boost te zorgen, moet de
vereiste stroom worden ingesteld in
1-76 Start Current. Stel 1-74 Start Speed
[RPM] in. Stel 1-72 Start Function in op [3]
of [4] en stel in 1-71 Start Delay een
startvertragingstijd in.
Deze parameter kan worden gebruikt
voor hijstoepassingen (schuifanker).

3.3.8 1-8* Stopaanpassingen

1-80 Function at Stop
Option:
Functie:
Selecteer de functie van de
frequentieomvormer na een stopcommando
of wanneer de snelheid is uitgelopen naar de
ingestelde waarde in 1-81 Min Speed for
Function at Stop [RPM].
[0]
Coast
Laat de motor vrijlopen. De motor wordt
losgekoppeld van de frequentieomvormer.
*
[1]
DC hold
Voorziet de motor van een DC-houdstroom
(zie 2-00 DC Hold Current).
[2]
Motor check
Controleert of er een motor is aangesloten.
[3]
Pre-
Hiermee wordt een magnetisch veld
magnetizing
opgebouwd terwijl de motor stilstaat. Dit
stelt de motor in staat om snel een koppel te
genereren bij een volgend startcommando
(alleen asynchrone motoren). Deze voormag-
netiseringsfunctie helpt niet bij het allereerste
startcommando. Er zijn twee verschillende
oplossingen beschikbaar om de machine voor
te magnetiseren voor het eerste
startcommando.
1. Start de frequentieomvormer met
een referentie van 0 tpm en wacht
2 tot 4 rotortijdconstanten (zie
hieronder) voordat u de snelheidsre-
ferentie verhoogt.
2a. Stel 1-71 Startvertraging in op de
gewenste voormagnetiseringstijd (2
tot 4 rotortijdconstanten – zie
hieronder).
2b. Stel 1-72 in op DC-houd [0] of
DC-rem [1].
Zorg dat de sterkte van de DC-
houdstroom of DC-remstroom (2-00
3
3
45

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave