Parameterbeschrijving
Functies die specifiek zijn voor één digitale ingang worden
in de betreffende parameter vermeld.
Alle digitale ingangen kunnen worden ingesteld op de
volgende functies:
3
3
[0]
Niet in bedrijf
[1]
Reset
[2]
Vrijloop geïnv. (Standaard voor digitale ingang 27) Vrijloop
[3]
Vrijloop &
reset inv
[4]
Snelle stop
geïnv.
[5]
DC-rem geïnv. Ingang geïnverteerd voor DC-rem (NC).
[6]
Stop
geïnverteerd
[8]
Start
74
FC 300 Programmeerhandleiding
Geen reactie op signalen die naar de klem
worden gestuurd.
Reset de frequentieomvormer na een
uitschakeling (trip) of alarm. Niet elk alarm
kan worden gereset.
na stop, ingang geïnverteerd (NC). De
frequentieomvormer laat de motor
vrijlopen. Logisch '0' => vrijloop na stop.
Reset en vrijloop na stop, ingang
geïnverteerd (NC). De motor loopt vrij en
de frequentieomvormer wordt gereset.
Logisch '0' => vrijloop na stop en reset.
Ingang geïnverteerd (NC). Genereert een
stop op basis van de uitlooptijd van de
snelle stop die is ingesteld in 3-81 Quick
Stop Ramp Time. Wanneer de motor stopt,
bevindt de as zich in de vrije stand. Logisch
'0' => snelle stop.
Stopt de motor door gedurende een
bepaalde tijd gelijkstroom toe te voeren.
Zie 2-01 DC Brake Current tot 2-03 DC Brake
Cut In Speed [RPM]. Deze functie is alleen
actief wanneer de waarde in 2-02 DC
Braking Time niet 0 is. Logisch '0' => DC-
remmen.
Geïnverteerde stopfunctie. Genereert een
stopfunctie wanneer de geselecteerde klem
van logisch '1' naar '0' gaat. De stop wordt
uitgevoerd in overeenstemming met de
geselecteerde uitlooptijd (3-42 Ramp 1
Ramp Down Time, 3-52 Ramp 2 Ramp down
Time, 3-62 Ramp 3 Ramp down Time,
3-72 Ramp 4 Ramp Down Time).
NB
Wanneer de frequentieomvormer de
koppelbegrenzing heeft bereikt en een
stopcommando heeft ontvangen, zal
hij mogelijk niet vanzelf stoppen. Om
ervoor te zorgen dat de
frequentieomvormer stopt, moet een
digitale uitgang worden ingesteld op
Koppelbegr. & stop [27] en moet deze
digitale uitgang worden aangesloten
op een digitale ingang die als vrijloop
is ingesteld.
(Standaard voor digitale ingang 18)
Selecteer start voor een start/
stopcommando. Logisch '1' = start, logisch
'0' = stop.
MG33MD10 – VLT
[9]
Pulsstart
[10] Omkeren
[11] Start
omgekeerd
[12] Start vooruit
insch.
[13] Start omgek.
insch.
[14] Jog
[15] Digitale ref.
aan
[16] Ingest. ref. bit
0
[17] Ingest. ref. bit
1
[18] Ingest. ref. bit
2
Ingest. ref. bit
Ingest. ref. 0
Ingest. ref. 1
Ingest. ref. 2
Ingest. ref. 3
Ingest. ref. 4
Ingest. ref. 5
Ingest. ref. 6
Ingest. ref. 7
[19] Ref.
vasthouden
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
De motor start als gedurende minstens 2
ms een puls wordt gegeven. De motor
stopt na activering van Stop geïnv. of na
een resetcommando (via een digitale
ingang).
(Standaard voor digitale ingang 19) Wijzig
de draairichting van de motoras. Logisch '1'
leidt tot omkeren. Het omkeersignaal wijzigt
alleen de draairichting. Het activeert de
startfunctie niet. Selecteer Bidirectioneel in
4-10 Motor Speed Direction. De functie is niet
actief bij een procesregeling met terugkop-
peling.
Gebruikt voor start/stop en voor omkeren
via dezelfde draad. Gelijktijdige startsignalen
zijn niet toegestaan.
Schakelt de beweging linksom uit en maakt
een beweging rechtsom mogelijk.
Schakelt de beweging rechtsom uit en
maakt een beweging linksom mogelijk.
(standaard voor digitale ingang 29): Gebruik
deze instelling om de jogsnelheid in te
schakelen. Zie 3-11 Jog Speed [Hz].
Hiermee schakelt u tussen externe
referentie en digitale referentie. Hiervoor
moet Extern/digitaal [1] echter zijn
geselecteerd in 3-04 Reference Function.
Logisch '0' = externe referentie actief,
logisch '1' = een van de acht digitale
referenties is actief.
De vooraf ingestelde referentiebits 0, 1 en 2
maken het mogelijk om een van de acht
vooraf ingestelde referenties te selecteren
overeenkomstig onderstaande tabel.
Vergelijkbaar met Ingest. ref. bit 0 [16]
Vergelijkbaar met Ingest. ref. bit 0 [16]
2
1
0
0
0
0
0
1
0
1
1
0
1
0
1
1
1
1
De referentie wordt vastgehouden en is nu
het punt van inschakelen/de voorwaarde om
Snelh. omh. en Snelh. omlaag te gebruiken. Als
Snelh. omh./Snelh. omlaag wordt gebruikt,
volgt de snelheidsverandering altijd ramp 2
(3-51 Ramp 2 Ramp up Time en 3-52 Ramp 2
0
0
1
0
1
0
1
0
1