Danfoss VLT AutomationDrive FC 300 Programmeerhandleiding pagina 63
Verberg thumbnails
Zie ook voor VLT AutomationDrive FC 300:
- Handleiding (283 pagina's) ,
- Programmeerhandleiding (216 pagina's) ,
- Bedieningshandleiding (143 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
Parameterbeschrijving
3-50 Ramp 2 Type
Option:
3
3
[0]
Linear
*
[1]
S-ramp
Const Jerk
[2]
S-ramp
Const Time
NB
Als S-ramp [1] is geselecteerd en de referentie tijdens het
aan/uitlopen wordt gewijzigd, kan de aan/uitlooptijd
worden verlengd om te zorgen voor een schokvrije
beweging, wat kan resulteren in een langere start- of
stoptijd.
Extra aanpassingen van de S-rampverhoudingen of starters
voor omschakelingen kunnen noodzakelijk zijn.
3-51 Ramp 2 Ramp up Time
Range:
Application
dependent
[Application
*
dependant]
3-52 Ramp 2 Ramp down Time
Range:
Application
dependent
[Application
*
dependant]
62
FC 300 Programmeerhandleiding
Functie:
Selecteer het type ramp, afhankelijk van de
vereisten met betrekking tot versnelling/
vertraging. Een lineaire aanloop zorgt voor
een constante versnelling tijdens het
aanlopen. Een S-ramp zorgt voor een niet-
lineaire versnelling en biedt zo compensatie
voor schokbewegingen in de toepassing.
Versnelling met zo weinig mogelijk schokbe-
wegingen.
S-ramp op basis van de ingestelde waarden in
3-51 Ramp 2 Ramp up Time en 3-52 Ramp 2
Ramp down Time
Functie:
Voer de aanlooptijd in, d.w.z. de tijd
die nodig is om te versnellen van 0
tpm tot de nominale motorsnelheid
n
. Stel de aanlooptijd zo in dat de
s
uitgangsstroom tijdens het aanlopen
de ingestelde stroomgrens in
4-18 Current Limit niet overschrijdt.
De waarde 0,00 komt overeen met
0,01 s in snelheidsmodus. Zie
Uitlooptijd in 3-52 Ramp 2 Ramp
down Time.
t acc s x n s tpm
Par. . 3 − 51 =
ref tpm
Functie:
Voer de uitlooptijd in, d.w.z. de tijd
die nodig is om te vertragen van de
nominale motorsnelheid n
tpm. Stel de uitlooptijd zo in dat er
in de inverter geen overspanning
ontstaat als gevolg van de generator-
werking van de motor en de
opgewekte stroom de ingestelde
stroomgrens in 4-18 Current Limit niet
overschrijdt. De waarde 0,00 komt
overeen met 0,01 s in
MG33MD10 – VLT
3-52 Ramp 2 Ramp down Time
Range:
3-55 Ramp 2 S-ramp Ratio at Accel. Start
Range:
50 %
[Application
*
dependant]
3-56 Ramp 2 S-ramp Ratio at Accel. End
Range:
50 %
[Application
*
dependant]
3-57 Ramp 2 S-ramp Ratio at Decel. Start
Range:
50 %
[Application
*
dependant]
3-58 Ramp 2 S-ramp Ratio at Decel. End
Range:
50 %
[Application
*
dependant]
tot 0
s
3.5.5 3-6* Ramp 3
Stel de aan/uitloopparameters in; zie par. 3-4*.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Functie:
snelheidsmodus. Zie Aanlooptijd in
3-51 Ramp 2 Ramp up Time.
t dec s x n s tpm
Par. . 3 − 52 =
ref tpm
Functie:
Stel het gedeelte van de totale
aanlooptijd (3-51 Ramp 2 Ramp up
Time) in waarin het versnellingskoppel
toeneemt. Hoe hoger het percentage,
hoe hoger de verkregen schokcom-
pensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
Functie:
Stel het gedeelte van de totale
aanlooptijd (3-51 Ramp 2 Ramp up
Time) in waarin het versnellingskoppel
afneemt. Hoe hoger het percentage,
hoe hoger de verkregen schokcom-
pensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
Functie:
Stel het gedeelte van de totale
uitlooptijd (3-52 Ramp 2 Ramp down
Time) in waarin het vertragingskoppel
toeneemt. Hoe hoger het percentage,
hoe hoger de verkregen schokcom-
pensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
Functie:
Stel het gedeelte van de totale
uitlooptijd (3-52 Ramp 2 Ramp down
Time) in waarin het vertragingskoppel
afneemt. Hoe hoger het percentage,
hoe hoger de verkregen schokcom-
pensatie; hierdoor zal het aantal
koppelschokken in de toepassing dus
verminderen.
Advertenties
Inhoudsopgave
