5.6.2
Toerentalrelais monteren en instellen
Het onderstaande schema toont een mogelijke schakeling van het toerentalrelais:
[1]
[3]
[10] Relais 1 (gemeenschappelijke aan-
[11] Relais 1 (maakcontact)
[12] Relais 1 (verbreekcontact)
AANWIJZING
Relais 2 kan worden gebruikt om een waarschuwingssignaal te geven of om de in-
stallatie te besturen (klemmenbezetting 16 - 18).
Ga als volgt te werk:
1. Lees vóór aanvang van de montage de bedieningshandleiding van de fabrikant
2. Sluit het toerentalrelais aan.
3. Voer de basisinstelling van het toerentalrelais uit volgens de bedieningshandlei-
BU 2-
BN
1+
DF16
DF26
3~
1
2
3
+
-
L
0/4-20mA
-
+
7
8
10
11 12 13 14 16 17 18
L 1 L 2 L 3
N
Sensor +
Sensor -
sluiting)
van het toerentalrelais.
ding van de fabrikant van het toerentalrelais.
ð Wanneer de schakelfrequentie of het schakeltoerental van de variator onder
een bepaalde grenswaarde komt, moet de aandrijving automatisch worden uit-
geschakeld. De grenswaarden staan vermeld in de tabel in het hoofdstuk ""VA-
®
RIMOT
-schakelfrequenties" (→ 2 37)".
ð De in de variator gemonteerde sensor genereert 2 pulsen per omwenteling van
de as van de variator.
Technische handleiding – Explosieveilige variatoren VARIMOT
Toerentalrelais WEXA/WEX
BU 2-
BN 1+
D16
D.36
D2
6
D.46
1
2
3
+
-
+24 V
DC 20-90 V
AC 48-253 V
Arrêt
OFF
+
Aus
-
Marche
19 20 23 24
On
Ein
0 V
[14] Aanloopoverbrugging
[23] 24 V DC-voeding, +
[24] 24 V DC-voeding, -
[19] Doorschakeluitgang, +
[20] Doorschakeluitgang, -
Inbedrijfstelling
5
-
2
1
+
EX
1
2
3
+
-
12881391755
35
®
en accessoires