Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie
4
Aandrijfelementen en overbrengingscomponenten monteren
4.8.2
Kabelinvoerpositie/kabelwartel
4.9
Aandrijfelementen en overbrengingscomponenten monteren
26
Technische handleiding – Explosieveilige variatoren VARIMOT
Bij aflevering zijn alle boringen voorzien van afsluitdoppen met ATEX-certificering.
Neem bij de kabelinvoerpositie onderstaande punten in acht:
•
Om de kabels correct in te kunnen voeren moeten de afsluitdoppen door ATEX-
gecertificeerde metrische kabelwartels met trekontlasting worden vervangen. De
kabelwartel moet overeenkomstig de buitendiameter van de gebruikte kabel gese-
lecteerd worden.
•
Nadat de installatie is beëindigd moeten alle kabelinvoerposities, die niet gebruikt
worden, met een ATEX-gecertificeerde afsluitdop worden afgesloten.
•
Smeer de schroefdraad van de kabelwartels en blinde stoppen in met afdichtings-
middel en draai deze goed vast. Daarna moet de reductor opnieuw worden ge-
verfd.
•
Dicht de kabelinvoer goed af.
•
Reinig de afdichtingsvlakken en het deksel van de klemmenkast grondig voordat
het deksel weer gemonteerd wordt. Vervang afdichtingen die broos zijn geworden.
LET OP
Schade aan het lager, de behuizing of de assen door ondeskundige montage.
Mogelijke materiële schade.
•
Monteer de aandrijf- en uitgaande componenten uitsluitend met behulp van een
optrekhulpstuk (zie "Optrekhulpstuk gebruiken" (→ 2 27)). Gebruik voor het
aanbrengen het centergat met draad dat aan het asuiteinde zit.
•
Schuif de riemschijven, koppelingen, rondsels etc. in geen geval met hamersla-
gen op het asuiteinde.
•
Let bij de montage van riemschijven op de juiste riemspanning volgens de opga-
ve van de fabrikant.
•
Zorg ervoor dat opgezette overbrengingselementen uitgebalanceerd zijn en geen
ontoelaatbare radiale of axiale krachten veroorzaken. De toelaatbare waarden
vindt u in de catalogus "Reductormotoren" of "Explosieveilige aandrijvingen".
®
en accessoires
Advertenties
Inhoudsopgave
