Categorie 3G en 3D
Variatoren in deze uitvoering voldoen aan de bouwvoorschriften voor de apparaat-
groep II, categorie 3G (Ex-atmosfeer gas) en 3D (Ex-atmosfeer stof). Ze zijn bedoeld
voor gebruik in zone 2 en 22.
4.2.3
Omgevingstemperatuur
Indien geen afwijkende gegevens op het typeplaatje staan, mogen reductoren in de
Ex-uitvoering uitsluitend bij omgevingstemperaturen tussen -20 °C – +40 °C worden
gebruikt.
Wanneer het temperatuurbereik door de aangebouwde componenten wordt beperkt,
gelden de gegevens op het typeplaatje van die componenten.
AANWIJZING
Afwijkende omgevingstemperaturen worden dienovereenkomstig op het typeplaatje
aangegeven.
4.2.4
Temperatuurklasse
De variatoren VARIMOT
keurd voor de temperatuurklasse T3.
De temperatuurklasse van de variator staat op het typeplaatje vermeld.
4.2.5
Oppervlaktetemperatuur
De oppervlaktetemperatuur bij de VARIMOT
stof), bedraagt maximaal 200°C.
Lagere oppervlaktetemperaturen zijn alleen toegestaan na overleg met SEW-
EURODRIVE en moeten op het typeplaatje worden aangegeven. De gebruiker van de
installatie moet ervoor zorgen dat de laag stof niet dikker wordt dan maximaal 5 mm
comfort EN 50281-1-2.
4.2.6
Omgevingscondities
De reductoren moeten voldoende worden geventileerd. Er mag geen extra warmtebe-
lasting (bijv. via de koppelingen) worden uitgeoefend.
4.2.7
Uitgaand vermogen en uitgaand koppel
De nominale waarden van het uitgaand vermogen en het uitgaand koppel moeten
worden aangehouden. De exploitant moet een overbelasting en/of blokkade van de
uitgaande as van de variator uitsluiten.
4.2.8
Speciale constructies
Speciale constructies (bijv. gemodificeerde uitgaande as) mogen alleen met toestem-
ming van SEW-EURODRIVE in de explosieveilige omgeving worden toegepast.
®
van de categorie 2G en 3G (Ex-atmosfeer gas) zijn goedge-
Technische handleiding – Explosieveilige variatoren VARIMOT
Explosieaanduiding
®
-variatoren, categorie 3D (Ex-atmosfeer
Installatie
4
19
®
en accessoires