Veiligheidsaanwijzingen
2
Relevante documenten
2.6
Relevante documenten
2.7
Transport/opslag
2.8
Opstelling
12
Technische handleiding – Explosieveilige variatoren VARIMOT
Neem ook onderstaande documenten in acht:
•
Technische handleiding "Explosieveilige draaistroommotoren EDR..71 - 315"
•
Technische handleiding "Explosieveilige reductor series R..7, F..7, K..7, S..7,
®
Spiroplan
W"
•
Catalogus "Explosieveilige draaistroommotoren" en/of
•
Catalogus "Explosieveilige aandrijvingen"
Het complete aanbod aan technische documentatie is beschikbaar op onze homepa-
ge: www.sew-eurodrive.com
Controleer de levering direct na ontvangst op mogelijke transportschade. Transport-
schade dient onmiddellijk bij het transportbedrijf gereclameerd te worden. De inbedrijf-
stelling moet eventueel worden opgeschort.
De transportogen moeten goed vastgemaakt worden. Ze zijn alleen berekend op het
gewicht van de reductor/motor/motorreductor; er mogen geen extra lasten worden
aangebracht.
De ingebouwde hijsogen voldoen aan DIN 580. De in deze norm genoemde lasten en
voorschriften moeten altijd in acht worden genomen. Als op de reductor/motor/motor-
reductor twee of vier hijsogen resp. oogbouten aangebracht zijn, moet de last voor het
transport aan alle hijsogen resp. oogbouten worden gehangen. De trekrichting van de
aanslagmiddel mag dan volgens DIN 580 niet meer dan 45° afwijken.
Gebruik, indien nodig, geschikte en voldoende bemeten transportmiddelen. Gebruik
deze opnieuw voor verder transport.
Als de reductor/motor/motorreductor niet meteen wordt ingebouwd, moet hij droog en
stofvrij worden opgeslagen. De reductor/motor/motorreductor mag niet buiten en niet
op de ventilatorkap worden opgeslagen. De reductor/motor/motorreductor kan max.
negen maanden worden opgeslagen zonder dat vóór de inbedrijfstelling bijzondere
maatregelen getroffen moeten worden.
Let erop dat het apparaat volgens de voorschriften in de bijbehorende documentatie
opgesteld en gekoeld wordt.
Beveilig het apparaat tegen ontoelaatbare belasting. Vooral tijdens het transport en de
bediening mogen er geen componenten worden verbogen en/of isolatieafstanden wor-
den veranderd. Elektrische componenten mogen niet mechanisch of onherstelbaar
beschadigd worden.
Als er niet uitdrukkelijk in is voorzien, zijn de onderstaande toepassingen verboden:
•
het gebruik in een omgeving met schadelijke oliën, zuren, gassen, dampen, stof,
straling, enz.
•
gebruik in toepassingen waarbij mechanische trilling- en stootbelastingen optreden
die de normen van EN 61800-5-1 overschrijden.
Neem de aanwijzingen in het hoofdstuk "Installatie" (→ 2 17) in acht.
®
en accessoires