• Als de fout is opgetreden onmiddellijk nadat u een optie hebt geïnstalleerd of
verwijderd en u hebt de configuratie nog niet bijgewerkt, raadpleegt u
"Hoofdstuk 4. Het programma IBM BIOS Setup gebruiken," op pagina 29.
• Als de computer goed functioneerde nadat u de optie had geïnstalleerd
maar nu problemen heeft, laat hem dan nazien.
• Als de fout onmiddellijk is opgetreden nadat u de configuratie hebt
gewijzigd, controleer dan of u de juiste instellingen hebt opgegeven.
Zelftest bij opstarten (POST)
Elke keer dat u de computer aanzet, wordt er een reeks tests uitgevoerd waarmee
de werking van de basisonderdelen van de computer worden gecontroleerd. Deze
testserie wordt Zelftest bij opstarten (POST, Power On Self Test) genoemd.
Tijdens de zelftest gebeurt het volgende:
• De basisfuncties van de systeemplaat worden gecontroleerd.
• Het geheugen wordt gecontroleerd.
• De huidige systeemconfiguratie wordt vergeleken met die van het programma
IBM BIOS Setup.
• Het videosubsysteem wordt gestart.
• Het vaste-schijfstation en het CD-ROM-station worden gecontroleerd.
Als de Zelftest bij opstarten een probleem met de hardwareconfiguratie of een
wijziging erin ontdekt, wordt er een POST-foutcode weergegeven. Een POST-
foutmelding is een alfanumeriek bericht van 3, 4, 5, 8 of 12 tekens en bevat een
korte verklaring.
POST-foutberichten
Het kan zijn dat de computer meer dan één foutbericht afbeeldt. Het gebeurt vaak
dat er voor een enkele fout meerdere foutberichten worden weergegeven.
Wanneer u het overzicht van POST-foutberichten in dit gedeelte gebruikt, moet u
altijd de aanbevolen handeling uitvoeren voor het éérste foutbericht dat
verschijnt. Een x in deze tabel kan staan voor elk willekeurig alfanumeriek teken.
Code
101
Interruptfout
102
Storing in de systeemklok
103
Processorsnelheid te hoog
ingesteld
106
Fout in diskettecontroller
114
Fout in controlegetal extern
ROM
Beschrijving
Handeling
Laat de computer nazien.
Laat de computer nazien.
Laat de computer nazien.
Laat de computer nazien.
Laat de computer nazien.
47