Advertenties
Wachtwoorden gebruiken
U kunt wachtwoorden gebruiken om uw computer en uw gegevens te beveiligen.
Er zijn twee soorten wachtwoorden: een systeemwachtwoord en een
configuratiewachtwoord. Deze wachtwoorden zijn niet verplicht. Als u echter
besluit een wachtwoord in te stellen, lees dan de volgende paragrafen aandachtig
door.
Systeemwachtwoord (Power-on password)
Het systeemwachtwoord voorkomt dat onbevoegden uw computer kunnen
gebruiken. Om een systeemwachtwoord in te stellen, moet u eerst een
configuratiewachtwoord instellen.
Configuratiewachtwoord (Administrator password)
Het configuratiewachtwoord voorkomt dat de configuratie-instellingen door
onbevoegden worden gewijzigd. Als u verantwoordelijk bent voor het
onderhoud van de instellingen van meerdere computers, is het raadzaam een
configuratiewachtwoord in te stellen.
Als er een configuratiewachtwoord is ingesteld, verschijnt er iedere keer dat u het
programma IBM BIOS Setup wilt starten een wachtwoordaanwijzing. Als u een
onjuist wachtwoord invoert, verschijnt er een foutmelding. Voert u drie maal
achter elkaar een onjuist wachtwoord in, dan moet u de computer uitzetten en
opnieuw opstarten.
Als u zowel een systeem- als een configuratiewachtwoord hebt ingesteld, kunt u
een van beide wachtwoorden opgeven. Als u echter van plan bent uw
configuratie-instellingen te wijzigen, moet u het configuratiewachtwoord
opgeven.
Een wachtwoordt instellen, wijzigen of wissen
U kunt een wachtwoord als volgt instellen, wijzigen of wissen:
Opmerking: U kunt elke combinatie van maximaal zeven tekens (A-Z, a-z en 0-9)
gebruiken. Om een systeemwachtwoord in te stellen, moet u eerst
een configuratiewachtwoord instellen.
1. Start het programma IBM BIOS Setup (zie "Het programma IBM BIOS Setup
starten en gebruiken" op pagina 29).
2. In het menu van het programma IBM BIOS Setup selecteert u System
Security en u drukt op Enter. Voor Help bij het instellen, wijzigen of
verwijderen van wachtwoorden drukt u op F1.
32
Handboek voor de gebruiker
Advertenties
