Hoofdstuk 6. Problemen oplossen
In dit hoofdstuk worden de diagnoseprogramma's besproken waarmee u
problemen die zich voordoen tijdens het gebruik van de computer, kunt opsporen
en verhelpen. Dit hoofdstuk bevat ook informatie over optiediskettes en over de
manier waarop u een BIOS-bijwerkfout herstelt.
Opmerking
Als uw computer niet wil opstarten nadat u op de aan/uit-schakelaar hebt
gedrukt, doet u het volgende:
• Controleer of het netsnoer van de computer is aangesloten op een
werkend stopcontact.
• Controleer of alle kabels op de juiste plaats zijn aangesloten en of ze
goed vastzitten.
Problemen met uw computer kunnen ontstaan door fouten in de hardware of de
software, of door fouten van de gebruiker (als u bijvoorbeeld het verkeerde
bestand wist). Met de hieronder beschreven diagnosemiddelen kunt u deze
problemen zelf oplossen, of waardevolle informatie verzamelen die u aan een
onderhoudstechnicus kunt doorgeven.
Volg voor het controleren van de hardware de procedures die in dit hoofdstuk
worden beschreven. U kunt tevens gebruik maken van de diagnoseprogramma's
die bij de computer zijn geleverd (zie "IBM Enhanced Diagnostics" op pagina 65
voor een beschrijving van deze programma's).
Als de hardware in orde is en u zelf geen fouten hebt gemaakt, zijn er misschien
problemen met de software. Als u vermoedt dat er sprake is van een
softwareprobleem en uw computer bevat door IBM vooraf geïnstalleerde
software, raadpleegt u "IBM Enhanced Diagnostics" op pagina 65 voor informatie
over het programma IBM Enhanced Diagnostics. Raadpleeg ook de documentatie
van het besturingssysteem. Als u zelf software hebt geïnstalleerd, raadpleeg dan
ook de documentatie die daarbij is geleverd .
De volgende hulpmiddelen zijn beschikbaar om een diagnose te stellen bij
problemen met de hardware:
• Zelftest bij opstarten (POST)
• Procedure voor probleemoplossing
• Foutcodes en -berichten
• Overzicht van problemen en mogelijke oplossingen
• IBM Enhanced Diagnostics
© Copyright IBM Corp. 2000
45