AANWIJZING
Bij gebruik van de schakeling 1 (aansluiting van de remweerstand zonder netmag-
neetschakelaar) moet de regelaar van een externe voeding van 24 V DC worden
voorzien.
•
•
4.5
Klemmenbezetting
AANWIJZING
Referentiepotentialen in het apparaat:
Het referentiepotentiaal in het apparaat wordt in de volgende tabel met GND aange-
duid.
Alle referentiepotentialen GND zijn intern met PE verbonden.
AANWIJZING
De bezetting "gereserveerd" betekent dat op deze aansluiting geen kabel mag wor-
den aangesloten.
AANWIJZING
De technische gegevens van de aansluitingen van vermogens- en besturingselektro-
nica worden beschreven in het hoofdstuk "Technische gegevens".
– Het scheiden van de netverbinding door een extern schakelapparaat is niet no-
dig.
– Als de thermische beveiligingsschakelaar wordt geactiveerd, schakelt de rege-
laar naar de bedrijfstoestand "Eindtrapblokkering".
– Als de regelaar een kortgesloten remchopper detecteert, wordt de energie-
stroom onderbroken door het blokkeren van de gelijkrichter.
Schakeling 2
– Als de thermische beveiligingsschakelaar geactiveerd wordt, wordt het signaal
alleen in de PLC geanalyseerd.
– Als de thermische beveiligingsschakelaar actief wordt, moet de PLC van de
netvoeding worden losgekoppeld.
– Als de thermische beveiligingsschakelaar actief wordt, volgt er geen directe re-
actie in de regelaar.
– Bij schakeling 2 kan het zijn dat de PLC ondanks het actief worden van de ther-
mische beveiligingsschakelaar de actuele rijcyclus beëindigt. Pas dan wordt de
netvoeding gescheiden. In dat geval mag de resterende remenergie W
P
× 20 s niet worden overschreden.
RWnom
Schakeling 3
– Als de thermische beveiligingsschakelaar actief wordt, heeft het signaal direct
invloed op de netmagneetschakelaar.
– Een reactie door de PLC is niet nodig.
– Als de thermische beveiligingsschakelaar actief wordt, volgt er geen directe re-
actie in de regelaar.
Compacte technische handleiding – MOVITRAC
Installatie
4
Klemmenbezetting
=
Rest
29
®
advanced