Informatie over de spanningsnetten
IT-netwerken – spanningsnetten met niet ge-
aard sterpunt.
Spanningsnetten met een geaarde buitenste
geleider.
4.3.3
Netzekeringen, zekeringstypen
Typeklasse
Zekeringen uit bedrijfsklasse
gL, gG
Kabelbeveiligingsschakelaar
met de eigenschappen B, C,
D
4.3.4
Netaansluiting
•
•
•
•
De bezetting van de klemmen voor de netaansluiting bij de diverse bouwgrootten staat
in het hoofdstuk "Klemmenbezetting".
Houd voor de regelaars MDX91A-..-5E3-4-.. en MDX91A-..-2E3-4-.. een minimale uit-
schakeltijd van 10 s aan. De netspanning niet vaker dan één keer per minuut inscha-
kelen.
LET OP
Niet aanhouden van de minimum in- en uitschakeltijden
Beschadiging van de regelaar
Neem de opgegeven tijden en intervallen in acht.
•
•
De netmagneetschakelaar moet altijd voor het netfilter aangebracht zijn.
Gebruik uitsluitend netmagneetschakelaars uit de gebruikscategorie AC‑3
(EN 60947-4-1) of beter.
Gebruik de netmagneetschakelaar niet voor het tipbedrijf, maar alleen voor het in-
en uitschakelen van de regelaar. Gebruik de FCB 20 "Tippen" voor de stapsgewij-
ze werking.
Neem voor een UL-conforme installatie de betreffende configuratie van de kabel-
doorsneden in acht.
Er moet een minimum uitschakeltijd van 10 s voor het herinschakelen van de
netvoeding worden aangehouden!
Schakel het voedingsnet niet vaker dan één keer per minuut/om de 2 minuten in!
Aanwijzingen over de betrouw-
baarheid
Gebruik is met inachtneming van be-
paalde maatregelen toegestaan.
Maatregelen, zie hoofdstuk Gebruik
in IT-netwerken.
Gebruik alleen bij een nominale
spanning van maximaal 240 V.
Voorwaarde
Spanning van de zekering ≥ nominale netspanning
Nominale spanning van de installatieautomaat ≥ nomi-
nale netspanning
De nominale stroomsterkte van de vermogensschake-
laar moet 10% boven de nominale stroomsterkte van
de regelaar liggen
Compacte technische handleiding – MOVITRAC
Installatie
4
Elektrische installatie
19
®
advanced