11. Als u de wijzigingen hebt aangebracht, drukt u op Done (Klaar). Het
therapiescherm wordt weergegeven.
OPMERKING:
Schakel Clinical Access (Klinisch
toegng) uit nadat u de instellingen hebt
aangepast om te voorkomen dat
onbevoegde personen de instellingen
kunnen aanpassen. Zie pagina 52.
Druk op Device (Apprt) en druk op
Controls (Knoppen). Schuif Clinical
Access (Klinisch toegng) naar OFF.
12. Als u een therapie wilt starten met de
nieuwe vooraf ingestelde therapie,
veegt u het tabblad Options (Opties)
naar links en drukt u op Care Plan
(Zorgplan).
13. Selecteer de nieuwe vooraf ingestelde
therapie en druk op Start. De therapie
wordt gestart.
Een vooraf ingesteld therapieplan wijzigen
1.
Druk op Automatic (Automatisch).
2.
Veeg het tabblad Options (Opties) naar
links en druk op Care Plan (Zorgplan).
3.
Selecteer een vooraf ingesteld
therapieplan dat u wilt wijzigen.
4.
Druk op Edit (Bwrk).
Volara™-systeem Gebruiksaanwijzing (196654NL REV 1)
Volara™-therapie
43