2.
Lijn het grootste uiteinde van het Smart-
Filter™ (B) uit op de therapiepoort op de
regeleenheid.
3.
Draai het Smart-Filter™ (B) voorzichtig
vast op de therapiepoort.
OPMERKING:
Zorg ervoor dat het matglazen gedeelte
van het Smart-Filter™ de therapiepoort
volledig bedekt.
4.
Sluit het andere uiteinde van de
beademingsslang (A) aan op de
inlaatpoort van de handset (E).
5.
Sluit de andere kant van de handset (E)
aan op de voorkant van de doorzichtige
adapter voor spontane ademhaling (G).
WAARSCHUWING:
Waarschuwing — Zorg er tijdens de therapie voor dat de
uitademingspoorten op de doorzichtige adapter voor spontane
ademhaling niet worden geblokkeerd. Dit voorkomt dat kooldioxide zich
in het systeem ophoopt.
6.
Breng de pijl op de doorzichtige adapter
voor spontane ademhaling op één lijn
met het ontgrendelingssymbool op de
handsetadapter. Sluit de onderdelen aan
en draai ze vast tot ze vergrendeld zijn.
Volara™-systeem Gebruiksaanwijzing (196654NL REV 1)
Het patiëntcircuit monteren en aansluiten
Uitademingspoorten
19