5.
Vul de vernevelaar met de betreffende voorgeschreven medicatie of
zoutoplossing. Zie 'De vernevelaarset monteren en medicatie
toevoegen' op pagina 22.
•
Als de verstuiver niet wordt gebruikt, zorg er dan voor dat de dop
van handset goed vastzit zodat de vernevelaarpoort op de
blauwe beademingsadapter is afgedekt.
6.
Plaats een T-adapter met veerklep in de
inademingspoort van het circuit van het
beademingsapparaat.
7.
Start de therapie. Zie 'Volara™-therapie
in de automatische modus' op
pagina 29 of 'Volara™-therapie in de
handmatige modus' op pagina 33.
8.
Sluit het andere uiteinde van de in-line
beademingsadapter aan op de poort van de T-adapter met veerklep (N).
OPMERKING:
Bij het toedienen van de Volara™-therapie bij beademde patiënten
start u de therapie voordat u het patiëntcircuit in-line aansluit. U kunt
een toename van de drukwaarde zien wanneer het patiëntcircuit voor
het eerst in-line wordt geplaatst.
Volara™-systeem Gebruiksaanwijzing (196654NL REV 1)
Volara™-therapie
39