Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 9 Bediening
9.1 Metingen starten of stoppen
1. Druk op
om naar het hoofdmenu te gaan en selecteer vervolgens OPERATION
(bediening) > START,STOP.
2. Selecteer een optie.
Optie
Beschrijving
REMOTE
Een optionele digitale ingang wordt gebruikt om de analyser in stand-by op
STANDBY
afstand te zetten (bijv. van een flowschakelaar). Wanneer de analyser in
(externe stand-
stand-by op afstand staat:
by)
•
•
•
•
•
Wanneer REMOTE STANDBY (externe stand-by) wordt uitgeschakeld,
start de analyser metingen tenzij de analyser via het toetsenblok is gestopt
of er een fout is opgetreden.
START
Start de analyser. De analyser voert een ozonspoeling, druktest, flowtest,
reactorspoeling en analyserspoeling uit en start vervolgens de analyse van
de eerste stroom in de geprogrammeerde stroomvolgorde. Als er een
storing is opgetreden, kan de analyser pas worden gestart nadat de storing
is verholpen.
Opmerking: Als u de analyser wilt starten zonder de druktest of flowtest
(snel opstarten), selecteert u START en drukt u tegelijkertijd op de knop
met de pijl naar RECHTS. Wanneer een snelle start is uitgevoerd,
verschijnt er een 28_NO PRESSURE TEST (geen druktest)-
waarschuwing. De waarschuwing blijft actief totdat een druktest is
geslaagd.
•
•
•
•
•
Opmerking: Als de analyser wordt gestart terwijl het remote standby-
signaal actief is, gaat de analyser naar stand-by op afstand.
FINISH & STOP
Stop de analyser nadat de laatste reactie is voltooid. De analyser voert een
(afronden en
ozonspoeling, reactorspoeling en analyserspoeling uit en stopt vervolgens.
stoppen)
EMERGENCY
Stopt de analyser voordat de laatste reactie voltooid is. De analyser voert
STOP
een ozonspoeling, reactorspoeling en analyserspoeling uit en stopt
(noodstop)
vervolgens.
Opmerking: Als EMERGENCY STOP (noodstop) vlak na FINISH & STOP
(afronden en stoppen) wordt geselecteerd, wordt een EMERGENCY STOP
(noodstop) uitgevoerd.
'REMOTE STANDBY (externe stand-by)' wordt in de linkerbovenhoek
van het scherm Reactiegegevens en het scherm Reagensstatus
weergegeven.
Metingen stoppen en de analoge uitgangen en relais veranderen niet.
De analyser voert één remote standby(RS)-reactie uit met intervallen
van 24 uur op het tijdstip dat is ingesteld in het menu
PRESSURE/FLOW TEST (druk-/flowtest) (standaard 08:15 uur) in het
menu SYSTEM CONFIGURATION (systeemconfiguratie) >
SEQUENCE PROGRAM (programma volgorde).
Er wordt geen monster gebruikt tijdens de remote standby-reactie,
alleen zuurreagens en basisreagens worden gebruikt.
Er kan een momentaan monster worden gemeten.
Ozonspoeling: Drukt achtergebleven ozon door de ozondestructor.
Druktest: Geeft aan of er een gaslek in de analyser is.
Flowtest: Geeft aan of er een verstopping in de gasuitlaat of de
monsteruitgangsslangen is.
Reactorspoeling: Verwijdert vloeistof uit de reactor via de SAMPLE
OUT-fitting.
Analyzerspoeling: Verwijdert CO
EXHAUST-fitting.
-gas uit de CO
-analyser via de
2
2
77
Advertenties
Inhoudsopgave
