Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Configureer De Czv- En Bzv-Instellingen - Hach BioTector B7000 Installatie En Bediening

Verberg thumbnails Zie ook voor BioTector B7000:
Inhoudsopgave

Advertenties

6.4 Configureer de CZV- en BZV-instellingen

Optie
CONTROL (controle)
START-UP RANGE
(opstartbereik)
RANGE LOCKED
(bereik vergrendeld)
PROGRAMMED
STREAMS
(geprogrammeerde
stromen)
STREAM (stroom) x, x
RANGE (bereik) x
Stel de analyser zo in dat CZV- en/of BZV-informatie op het scherm Reactiegegevens
wordt weergegeven, indien nodig. Stel de waarden in die worden gebruikt om de CZV-
en/of BZV-resultaten te berekenen.
1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > COMMISSIONING (ingebruikname) > COD
(CZV)/BOD PROGRAM (BZV-programma).
2. Selecteer COD PROGRAM (CZV-programma) of BOD PROGRAM (BZV-
programma).
Beschrijving
Stel in op BIOTECTOR (standaard) om de stroomvolgorde en de
werkingsbereiken met de analyser te regelen.
Stel in op EXTERNAL (extern) om de stroomvolgorde en het
meetbereik te regelen met een extern apparaat (bijvoorbeeld
Modbus-master).
Opmerking: De instelling START-UP RANGE (opstartbereik) is
beschikbaar wanneer CONTROL (controle) is ingesteld op
BIOTECTOR en de eerste instelling van het werkbereik voor een
stroom is ingesteld op AUTO.
Stelt het werkingsbereik in dat wordt gebruikt voor de eerste
reactie wanneer de analyser start (standaard: 3).
Opmerking: De instelling RANGE LOCKED (bereik vergrendeld)
is beschikbaar als een of meer instellingen van de RANGE (bereik)
voor de stroomreeks is ingesteld op AUTO.
Hiermee stelt u in dat het werkbereik automatisch wijzigt (NO (nee)
(nee), standaard) of dat de instelling voor START-UP RANGE
(opstartbereik) (YES (ja)) behouden blijft.
Toont het aantal geïnstalleerde en geconfigureerde stromen.
Opmerking: Als CONTROL (controle) is ingesteld op EXTERNAL
(extern), regelt een extern apparaat (bijvoorbeeld Modbus-master)
de stroomvolgorde en het meetbereik.
Stelt het aantal reacties en het meetbereik voor elke stroom in.
STREAM (stroom) : De eerste instelling is het nummer van de
stroomklep. De tweede instelling is het aantal reacties dat op de
monsterstroom wordt uitgevoerd voordat de analyser reacties op
de volgende monsterstroom uitvoert. Wanneer STREAM (stroom)
is ingesteld op "- , -" en RANGE (bereik) is ingesteld op "-", wordt
de stroom niet gemeten.
RANGE (bereik) : Hiermee stelt u het meetbereik in voor elke
monsterstroom. Opties: 1, 2, 3 (standaard) of AUTO. Selecteer
OPERATION (bediening) > SYSTEM RANGE DATA (data
systeembereik) om de drie werkingsbereiken te bekijken.
Opmerking: De bereikoptie AUTO is uitgeschakeld in analysers
met meer dan één stroom.
Configuratie
51

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave