Opstarten
5.4 De zuurstoftoevoer controleren
5.5 De pompen controleren
44
Ga als volgt te werk om te bepalen of er CO
aanwezig is:
1. Zet de zuurstoftoevoer aan.
2. Als een zuurstofconcentrator wordt gebruikt, laat u de zuurstofconcentrator minimaal
10 minuten werken.
3. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > DIAGNOSTICS (diagnostiek) > SIMULATE
(simuleren) > OXIDATION PHASE SIM (sim oxidatiefase).
4. Selecteer MFC. Stel het debiet in op 10 L/u.
5. Druk op
om de massaflowregelaar (MFC) te starten.
6. Laat de MFC gedurende 10 minuten werken. De gemeten CO
wordt boven aan het scherm weergegeven.
7. Als de waarde niet ± 0,5% van het bereik van de CO 2 -analyzer is (bijv. ± 50 ppm
CO
als het bereik van de analyzer 10000 ppm is), voert u de volgende stappen uit:
2
a. Verwijder het CO
b. Installeer het CO
c. Voer stap
4
tot en met
Als de waarde lager is dan eerder, gebruik dan een andere zuurstoftoevoer.
Als de waarde niet lager is dan eerder, is er geen CO
zuurstoftoevoer.
d. Verwijder het CO
e. Sluit het CO
-filter aan op de basereagensfles.
2
Zorg ervoor dat de pompslangen en de pompslanghouders als volgt correct zijn
geïnstalleerd:
1. Neem een kleine bak gedeïoniseerd water of kraanwater.
2. Koppel de slang los van de inlaat en uitlaat van de zuurpomp. Raadpleeg
Analyserbehuizing
op pagina 46.
3. Plaats de kleine bak met water onder de inlaat van de zuurpomp.
4. Sluit de inlaat van de zuurpomp aan op de kleine bak met water.
5. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > DIAGNOSTICS (diagnostiek) > SIMULATE
(simuleren) > OXIDATION PHASE SIM (sim oxidatiefase).
6. Selecteer ACID PUMP (zuurpomp).
7. Plaats een opvangbak onder de uitlaat van de zuurpomp.
8. Selecteer ON (aan) en bedien de zuurpomp tot er water uit de uitlaat van de
zuurpomp komt.
9. Selecteer OFF (uit) om de pomp uit te schakelen.
10. Plaats een lege cilinder met schaalverdeling onder de uitlaat van de zuurpomp.
11. Selecteer ON (aan) en voer vervolgens het aantal pulsen in dat wordt aangegeven in
Tabel
12.
12. Druk op
om de zuurpomp te starten.
13. Wacht het aantal pulsen dat wordt aangegeven in
1 puls = ½ omwenteling, 20 pulsen = 13 seconden, 16 pulsen = 8 seconden
14. Vergelijk de hoeveelheid water in de cilinder met schaalverdeling met
15. Voer stap
1
tot en met 4en
-verontreiniging in de zuurstoftoevoer
2
-filter uit de basereagensfles.
2
-filter in de zuurstofslang nabij de analyser.
2
6
opnieuw uit.
-filter uit de zuurstofslang.
2
6
tot en met
14
opnieuw uit voor de basepomp.
in de zuurstoftoevoer
2
-verontreiniging in de
2
Tabel
12.
Tabel
12.