Configuratie
6.11 De instellingen opslaan in het geheugen
62
Optie
PARITY (pariteit)
DEVICE BUS ADDRESS
(busadres van instrument)
MANUFACTURE ID
(fabrikant-id)
DEVICE ID (instrument-id)
SERIAL NUMBER
(serienummer)
LOCATION TAG
(locatielabel)
FIRMWARE REV
(firmwareversie)
REGISTERS MAP REV
(registerkaartversie)
Sla de analyserinstellingen op in het interne geheugen of op een MMC/SD-kaart.
Installeer vervolgens de opgeslagen instellingen op de analyser (bijvoorbeeld na een
software-update of om terug te gaan naar de vorige instellingen).
1. Selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > SYSTEM CONFIGURATION
(systeemconfiguratie) > SOFTWARE UPDATE (software-update).
2. Selecteer een optie.
Optie
LOAD FACTORY CONFIG
(fabrieksconfiguratie laden)
SAVE FACTORY CONFIG
(fabrieksconfiguratie opslaan)
LOAD CONFIG FROM MMC/SD
CARD (configuratie van
MMC/SD-kaart laden)
Beschrijving
Hiermee stelt u de pariteit in op NONE (geen) (standaard),
EVEN, ODD (oneven), MARK (markering) of SPACE (ruimte).
Opmerking: Wijzig voor Modbus TCP/IP de instelling PARITY
(pariteit) niet. De RTU-naar-TCP-converter maakt gebruik van
de standaardinstelling PARITY (pariteit).
Stelt het Modbus-adres van het instrument in (0 tot 247,
standaard: 1). Voer een vast adres in dat een Modbus-
protocolbericht niet kan wijzigen.
Als DEVICE BUS ADDRESS (busadres van instrument) is
ingesteld op 0, communiceert de analyser niet met de Modbus
Master.
Hiermee stelt u de fabrikant-ID van het instrument in
(standaard 1 voor Hach).
(Optioneel) Hiermee stelt u de klasse of familie van het
instrument in (standaard: 1234).
Hiermee stelt u het serienummer van het instrument in. Voer
het serienummer in dat op het instrument staat.
Hiermee stelt u de locatie van het instrument in. Voer het land
in waar het instrument is geïnstalleerd.
Toont de firmware-revisie die op het instrument is
geïnstalleerd.
Toont de Modbus-registerkaartversie die door het instrument
wordt gebruikt. Zie voor de Modbus-registerkaarten de
Advanced Configuration Manual.
Beschrijving
Installeert de analyserinstellingen die zijn opgeslagen in
het interne geheugen met de optie SAVE FACTORY
CONFIG (fabrieksconfiguratie opslaan) .
Slaat de analyserinstellingen op in het interne geheugen.
Installeert de analyserinstellingen van de MMC/SD-kaart
met de optie SAVE CONFIG TO MMC/SD CARD
(configuratie opslaan op MMC/SD-kaart).
Opmerking: Gebruik deze optie om terug te gaan naar
de vorige instellingen of om de instellingen te installeren
na een software-update.