Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hach BioTector B7000 Installatie En Bediening pagina 17

Verberg thumbnails Zie ook voor BioTector B7000:
Inhoudsopgave

Advertenties

Taak
Stel de stroomvolgorde in, het aantal reacties dat voor elke stroom moet worden uitgevoerd en het meetbereik
voor elke stroom. Raadpleeg
Opmerking: Als Modbus RTU of TCP/IP is geïnstalleerd, regelt de Modbus-master de stroomvolgorde en het meetbereik
(standaard).
(Optioneel) Stel de analyser in om het berekende CZV- en/of BZV-resultaat op het display weer te geven.
Raadpleeg
Configureer de CZV- en BZV-instellingen
Configureer de instellingen voor het installeren van nieuwe reagentia. Raadpleeg
voor het installeren van nieuwe reagentia
Configureer de alarminstellingen voor lage reagentia en geen reagentia. Raadpleeg
instellen
op pagina 53.
Configureer de analoge uitgangen die zijn aangesloten op een extern apparaat. Raadpleeg
de analoge uitgangen
op pagina 53.
Configureer de relais die zijn aangesloten op een extern apparaat. Raadpleeg
op pagina 56.
Controleer of de digitale ingangen en digitale uitgangen naar behoren werken. Raadpleeg de instructies in de
onderhoudshandleiding.
Als de optionele Modbus TCP/IP-module in de analyser is geïnstalleerd, configureert u de Modbus-
instellingen. Raadpleeg
De Modbus TCP/IP-instellingen configureren
Stel de instelling PRINT MODE (afdrukmodus) in om het type reactiegegevens te selecteren dat is
opgeslagen op de MMC/SD-kaart (STANDARD (standaard) of ENGINEERING) en het type decimaal (POINT
(punt) (.) Of COMMA (komma) (,). Raadpleeg
Opmerking: De fabrikant raadt aan de PRINT MODE (afdrukmodus) in te stellen op ENGINEERING, zodat de gegevens
voor probleemoplossing worden opgeslagen.
Kalibratie:
Laat de analyser 24 uur functioneren zodat de metingen stabiel worden.
Stel het werkbereik en de kalibratiestandaard voor span-kalibraties in. Raadpleeg
controle starten
op pagina 68.
Sluit de kalibratiestandaard aan op de MANUAL\CALIBRATION-fitting. Raadpleeg
aansluiten
op pagina 69.
Start een span-kalibratie. Selecteer CALIBRATION (kalibratie) > SPAN CALIBRATION (span-kalibratie) >
RUN SPAN CALIBRATION (span-kalibratie uitvoeren).
Onderzoek twee of drie reacties (metingen) wanneer de span-kalibratie is voltooid. Controleer of de CO
piekwaarden correct zijn. Raadpleeg
Stel de dagen en tijd in waarop de analyser een span-kalibratie, span-controle, nulkalibratie en/of
nulpuntcontrole uitvoert. Raadpleeg de instructies in de handleiding Geavanceerde configuratie.
Sla de wijzigingen op:
Plaats de meegeleverde MMC/SD-kaart in de MMC/SD-kaartslot als dit nog niet is gedaan. Raadpleeg
Afbeelding 18
op pagina 43.
Druk op
om naar het hoofdmenu te gaan en selecteer MAINTENANCE (onderhoud) > DIAGNOSTICS
(diagnostiek) > DATA OUTPUT (gegevensuitvoer) > SEND ALL DATA (alle gegevens verzenden) om het
reactiearchief, het foutenarchief, de analyserinstellingen en diagnosegegevens op de MMC/SD-kaart op te
slaan.
De stroomvolgorde en het meetbereik instellen
op pagina 51.
op pagina 52.
De communicatie-instellingen configureren
Scherm Reactiegrafiek
Checklist voor installatie en opstarten
op pagina 50.
Configureer de instellingen
Reagensbewaking
De relais configureren
op pagina 61.
Een span-kalibratie of span-
De kalibratiestandaard
op pagina 75.
Initiaal
Configureren van
op pagina 60.
-
2
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave