Demontage
11.1 Aandrijving demonteren
a) Ventielen van het type 240
1. Koppelingshelften ( A 26/A 27) los-
draaien.
2. De koppelingsmoer (9) en de contramoer
(10) van het ventiel losdraaien.
3. Bij werkingsrichting FA: om de aandrijf-
as te laten intrekken, een signaaldruk uit-
oefenen op de aandrijving die ongeveer
50% van het ontwerpsignaalbereik be-
draagt. Ringmoer (A8) losmaken. Regel-
druk uitschakelen.
Bij werkingsrichting FE: ringmoer (A8)
losmaken.
11-2
4. De aandrijving van het ventiel verwijde-
ren.
5. Aan het ventiel de contramoer (10) en
koppelingsmoer (9) stevig vastdraaien.
6. Aan de aandrijving ringmoer (A8) vast-
schroeven.
2
8
9
10
S
84
A8
A7
A8
A7
A26/27
2
84
S
A26/27
9
10
8
Fig. 11-1: Pneumatische aandrij‑
Deksel/flens
Draadbus
Koppelingsmoer
Contramoer
Typeplaatje klepslag
Aandrijfas
Ringmoer
Koppelingshelften
Aansluiting
instrumentenlucht
ving type 3271 aan het
ventiel van het type 240
EB 8310-1 NL