7. De holle ruimte van de asafdichtingsring
die in de veer zit, met smeermiddel vul-
len.
8. De aandrijfas (A7) met geschikt smeer-
middel insmeren.
9. De aandrijfas (A7) met membraanschotel
(A5.1), membraan (A4) en membraan-
schotel (A5.2) in het onderste deksel
(A2) plaatsen.
10. Het bovenste deksel (A1) terugplaatsen.
11. Het onderste en bovenste deksel (A1,
A2) met schroeven (A20) en moeren
(A21) vastschroeven. Op aanhaalmo-
menten letten.
Fig. 9-2: Uitlijning asafdichtingsring en
schraapring
9.5 Ombouwwerkzaamheden
Zie Fig. 9-1
EB 8310-1 NL
Asafdichtingsring
Afdichtingslip
Schraapring
9.5.1
Omkeren van de
werkingsrichting
Bij de pneumatische aandrijvingen kan de
werkingsrichting en daarmee de veilige po-
sitie gewijzigd worden. De veilige positie is
met een pictogram op het typeplaatje aan-
gegeven:
Aandrijfas uitgaand
Aandrijfas ingaand
a) Omkeren van FA naar FE
1. Het bovenste deksel (A1) afnemen en de
veren (A10) verwijderen.
2. De aandrijfas (A7) met mermbraanscho-
tel (A5.1), membraan (A4) en mem-
braanschotel (A5.2) uit het onderste dek-
sel (A2) trekken.
3. De kraagmoer (A15) volledig losschroe-
ven.
LET OP
!
Foutief bedrijf door losmaken van de moer!
De moer (A9) aan de aandrijfas dient voor
de instelling van maat a (steekmaat).
Î Moer (A9) niet losmaken.
Î Als de moer losgemaakt werd, maat a in
overeenstemming met Tabel 9‑1 opnieuw
instellen.
4. Membraanschotel (A5.1, membraan
(A4) en membraanschotel (A5.2) van de
aandrijfas (A7) halen en omgekeerd
weer terugplaatsen.
Onderhoud en ombouw
9-7