Veiligheidsinstructies en voorzorgsmaatregelen
LET OP
!
Beschadigingen aan de aandrijving door te hoge of te lage aanhaalmomenten!
De componenten van de aandrijving moeten met bepaalde draaimomenten worden
aangetrokken. Te sterk aangedraaide componenten zijn onderhevig aan overmatige
slijtage. Te zwak aangedraaide componenten kunnen ertoe leiden dat componenten los
komen te zitten.
Î Aanhaalmomenten aanhouden, zie u AB 0100.
Beschadiging van de aandrijving door onjuiste gereedschappen!
Voor het uitvoeren van werkzaamheden aan de aandrijving moeten specifieke
gereedschappen worden gebruikt.
Î Uitsluitend door SAMSON goedgekeurde gereedschappen gebruiken, zie
u AB 0100.
Beschadiging van de aandrijving door onjuiste smeermiddelen!
Het materiaal van de aandrijving vereist specifieke smeermiddelen. Onjuiste
smeermiddelen kunnen het oppervlak aantasten en beschadigen.
Î Uitsluitend door SAMSON goedgekeurde smeermiddelen gebruiken, zie
u AB 0100.
1.4 Waarschuwingsinstructies op het apparaat
Weergave waarschu-
wingsinstructie
1-6
Betekenis waarschuwingsinstructie
Waarschuwing voor veren in de aandrijving die
onder voorspanning staan!
Aandrijvingen met voorgespannen aandrijvingsve-
ren staan onder druk, wat bij onjuist openen van
de aandrijving kan leiden tot letsel door rondvlie-
gende componenten.
Bij werkzaamheden aan de aandrijving kracht van
de veervoorspanning verminderen, zie paragraaf
'Veervoorspanning in de aandrijving verminderen'
in hoofdstuk 'Demontage'.
Positie op het apparaat
EB 8310-1 NL