MAPPENINDELING
Is de camera eenmaal aangesloten op de computer, dan kunt u beeld-
bestanden openen door er simpelweg dubbel op te klikken. Beeldmappen
vindt u in de DCIM map. De misc. map bevat DPOF print bestanden (blz.
70). Overzetten van beelden kunt u uitvoeren door bestanden met de muis
naar de computer of een map van de computer te slepen.
Drive-pictogram
Bestanden en mappen op de geheugenkaart kunt u via de computer
wissen. Bestanden en mappen in het interne geheugen van de camera
kunnen niet vanuit de computer worden gewist. Formatteer de geheu-
genkaart of het interne geheugen nooit vanuit de computer; gebruik
Dcim
Misc
100KM026
1010801
102KM_CP
PICT0001.JPG
PICT0001.WAV
Fine, standard,
PICT0001's
of economy foto
voice-memo of
audio-commen-
taar
Beeldbestandsnamen beginnen met "PICT," gevolgd door een viercijferig bestandsnummer plus een
.jpg of .mov extensie. Voice memo's en gesproken commentaren hebben een .wav extensie en hun
bestandsnaam correspondeert met die van hun beeldbestand. Audio-opnamen hebben ook de .wav
extensie. Wilt u beelden kopiëren, sleep ze dan naar een locatie in de computer.
86
Data-overspeelstand
voor formatteren altijd de camera. Alleen bestanden
die met de camera zijn opgenomen mogen op de
geheugenkaart of in het interne geheugen worden
opgeslagen.
Van links naar
rechts: standaard
map, datummap,
103KM_EM
kopiemap en e-mail-
kopiemap
PICT0002.MOV
PICT0003.WAV
Filmclip
Audio-opname
Kopiebeelden (blz. 62) worden geplaatst in een map met een naam die eindigt op "P". E-mail-kopie-
beelden worden in een map geplaatst die eindigt op "EM". Wanneer er een map is gecreëerd zijn de
eerste drie posities in de mapnaam een getal dat 1 hoger is dan het hoogste mapnummer op de
opslaglocatie. Wanneer het indexnummer in de bestandsnaam hoger zou zijn dan 9999, dan wordt
er een nieuwe map aangemaakt met een nummer dat 1 hoger is dan het hoogste mapnummer op
de opslaglocatie: bijv. van 100KM026 naar 101KM026.
Het nummer in de naam van het beeldbestand zal soms niet overeenstemmen met het nummer van
het beeldbestand zelf. Worden beelden in de camera gewist, dan zal de opnameteller zich aanpas-
sen om het aantal opnamen op de opslaglocatie aan te geven en zal de nummering voor nieuwe
opnamen daaraan worden aangepast. De serienummers die worden gebruikt voor de beeldbestan-
den veranderen niet wanneer een beeldbestand wordt gewist. Wordt er een nieuw beeld opgeno-
men, dan krijgt het een nummer dat 1 hoger is dan het hoogste indexnummer in de map.
Bestandsserienummers kunt u regelen met de instelling voor het geheugen voor de bestandsnum-
mering in sectie 1 van het setup-menu (blz. 72).
Camera-info
Om de beelden correct op uw computermonitor te zien dient u mogelijk de kleurruimte-instelling
van de monitor aan te passen. Kijk in de gebruiksaanwijzing van de monitor hoe u de weergave
moet afstemmen op: sRGB, met een kleurtemperatuur van 6500K en een gamma van 2.2.
87