BESTANDEN BEVEILIGEN (LOCK)
U kunt een beeld, een selectie van beelden en alle beelden van een map tegen wissen beveiligen.
Wilt u de foto's beveiligen die in het interne geheugen zijn opgeslagen, verwijder dan de geheugen-
kaart uit de camera. Een beveiligd beeld kan niet met een wisfunctie worden gewist. De formateer-
functie (blz. 74) wist echter alle bestanden, of ze nu beveiligd zijn of niet. De beveiligingsfunctie
vindt u in sectie 1 van het weergavemenu (blz. 56). Er zijn vier beveiligingsfuncties:
This frame
Dit beeld - Beeld wordt beveiligd of beveiliging wordt opgeheven.
All frames
Alle beelden - Alle beelden op de geheugenlocatie worden beveiligd.
Gemarkeerde beelden - Om meerdere bestanden te beveiligen. Kiest u deze instel-
ling, dan verschijnt het beeldselectiescherm (blz. 57). Gebruik de links/rechts-toet-
sen van de stuureenheid om het beeld te markeren dat u wilt beveiligen. Door op
Marked fra-
de op-toets te drukken markeert u het beeld met de beveiligingsaanduiding. Wilt u
mes
de beveiliging van een beeld opheffen, markeer het dan met het gele kader en druk
op de neer-toets: de beveiligingsaanduiding verdwijnt dan. Druk op de centrale
toets van de stuureenheid om de geselecteerde beelden te beveiligen, of druk op
de menu-toets om de handelingen op te heffen.
Unlock all
Heft de beveiliging van allee beelden op de geheugenlocatie op.
BEELDMONTAGE (IMAGE PASTING)
Met deze functie kunt u een fotocompositie maken waarin een
klein beeld in een achtergrondbeeld wordt gemonteerd. Het
samengestelde beeld heeft dezelfde beeldgrootte en -kwaliteit als
het achtergrondbeeld. Voor deze functie moet de objectiefschuif
geopend zijn. Het samengestelde beeld kan alleen worden opge-
slagen op de geheugenlocatie waar de achtergrond is opgeslagen.
Zorg ervoor dat het achtergrondbeeld op de lcd-monitor te zien is.
Wilt u een foto weergeven die in het interne geheugen is opgesla-
gen, verwijder dan de geheugenkaart uit de camera.
Selecteer Image pasting in het weergavemenu en druk op de cen-
trale toets van de stuureenheid om de procedure te starten.
60
Weergave - geavanceerde handelingen
Delete
AudioCaption
Lock
Image pasting
Enter
Copy
Op de lcd-monitor verschijnen negen beeldtypen.
Selecteer het gewenste kader met de stuureenheid.
Druk op de centrale toets van de stuureenheid om ver-
der te gaan.
Door op enig moment op de menu-toets te drukken
stopt u de bewerking. De camera onthoudt ingevoerde
instellingen.
Het kader verschijnt op het achtergrondbeeld. U kunt
de grootte van het kader veranderen met de op/neer-
toetsen; u kunt kiezen uit drie maten. Druk op de cen-
trale toets van de stuureenheid om verder te gaan.
Kies de locatie voor het in te plakken beeld door het
kader met de toetsen van de stuureenheid te verplaat-
sen. Druk op de centrale toets van de stuureenheid om
verder te gaan.
In het kader verschijnt het live-beeld. Plaats het onder-
werp binnen het kader en druk de ontspanknop half in
om de scherpstelling te vergrendelen. Voor het opne-
men van het beeld worden de huidige opname-instellin-
gen gebruikt; de optische zoom kan worden gebruikt.
Druk de ontspanknop geheel in om de foto te maken en
de bewerking te voltooien.
:sel.
:enter
:size
:enter
:move
:enter
Press shutter to paste.
61