OPNAME - GEAVANCEERDE HANDELINGEN
1
3
2
Microfoon
36
Opname - geavanceerde handelingen
FILMOPNAMEN
Deze camera kan digitale video met geluid opnemen.
Schuif de keuzeschakelaar in de stand voor film/audio-
opname (1). De opnameteller geeft de beschikbare
opnametijd voor de volgende filmclip. De totale opname-
duur varieert met de beeldfrequentie; zie blz. 53. In het
filmmenu kunnen bepaalde instellingen worden gewijzigd
(blz. 40).
Richt het scherpstelkader op het onderwerp en druk de
ontspanknop half in om de scherpstelling te vergrende-
len (2). Druk om de opname te starten de ontspanknop
geheel in en laat hem los (3).
Tijdens de opname is digitale zoom mogelijk. De camera
gaat door met opnemen totdat de opnameduur is ver-
streken of de ontspanknop opnieuw wordt ingedrukt.
Bij het opnemen geeft de opnameteller de resterende
tijd aan. Tijdens de laatste tien seconden wordt de teller
rood.
Pas op dat u de microfoon bij het opnemen niet afdekt.
Beeldgrootte
Beeldfrequentie
Aanduiding intern geheugen (blz. 19)
Opname-aanduiding
Resterende tijd
1
Enkelbeeldtransport - Maakt een enkele opname per keer dat de ontspanknop wordt
ingedrukt. Dit is de standaardinstelling van de camera.
Zelfontspanner - Om het opnamemoment uit te stellen (blz. 38). Te gebruiken om zelf op
de foto te komen.
Continu - Om maximaal vier opnamen achtereen te maken zolang de ontspanknop inge-
drukt wordt gehouden (blz. 39).
Multi frame – Hiermee maakt u een beeld aan dat is samengesteld uit een serie van negen
opnamen, die na eenmaal drukken op de ontspanknop wordt gemaakt, zie hieronder.
Multi Frame
Maak de foto als beschreven bij de standaard opnamehandelingen
(blz. 24). Is de serie eenmaal gestart, dan kunt u de ontspanknop
loslaten: de camera gaat door met fotograferen totdat alle negen
foto's zijn vastgelegd.
Flitslicht kan niet worden gebruik. Omdat in deze stand niet alle
sluitertijden beschikbaar zijn is er bij weinig licht kans op onderbe-
lichting. De ingestelde beeldgrootte geldt voor het totaalbeeld van
negen foto's, niet de grootte van de afzonderlijke opnamen.
TRANSPORSTAND
Met de transportstand regelt u de opnamesnelheid en
de opnamemethode. Op de monitor verschijnen symbo-
len voor de gekozen opnamemethode. Is auto reset
(automatisch terugzetten, blz. 45) actief, dan wordt de
transportstand teruggezet op enkelbeeld wanneer de
camera wordt uitgezet.
Druk op de neertoets van de stuureenheid om de trans-
portstand te selecteren (1).
37