5 Reiniging en onderhoud door het tandheelkundige team
5.6 Reiniging
296
4. Raak de toets Start op het touchscreen aan.
De sanering kan alleen gestart worden, als ten minste één instrument
uit de houder genomen is.
Saneerfase 2 – Waterdoorstroming controleren
De behandeleenheid controleert of de instrumenten een goede
waterdoorstroming hebben.
ü Saneerfase 2 wordt op het touchscreen weergegeven.
➢ Wacht kort, tot het waterdebiet gecontroleerd werd.
Ä Als het water doorstroomt, gaat de behandelingseenheid verder
met saneerfase 3.
Foutmelding: geen waterdoorstroming
Als de behandelingseenheid geen waterdoorstroming bij een instrument
of bij het glasfonteintje herkent, kan worden geprobeerd om dit te
herstellen. Als dit niet mogelijk is, kan het betrokken instrument van de
sanering worden uitgesloten.
1. Controleer de waterdoorstroming van de instrumenten in de
instrumentenposities die met een waarschuwingsdriehoek op het
touchscreen gemarkeerd zijn. Stel de instrumenten in op maximale
waterdoorstroming. Laat alle instrumenten daarbij in de
watereenheid zitten.
Ä Wanneer de behandelingseenheid waterdoorstroming
waarneemt, wordt de waarschuwingsdriehoek verborgen. Als bij
alle instrumenten waterdoorstroming is waargenomen, gaat de
sanering automatisch verder met saneerfase 3.
2. Als u de betrokken instrumenten van de sanering wilt uitsluiten,
raakt u de toets Instrument uitsluiten aan.
Ä De behandelingseenheid gaat verder met saneerfase 3. Met de
betreffende waterleiding wordt bij de sanering geen rekening
gehouden.
Als de doorstroming bij het glasfonteintje niet opnieuw kan worden
gegenereerd, dan is een sanering niet mogelijk. Het glasfonteintje kan
niet van de sanering worden uitgesloten.
Saneerfase 3 – Waterleidingen met het ontsmettingsmiddel voor de
waterleidingen doorspoelen
Het water wordt via het waterglasfonteintje uit de watertank van de
watereenheid gepompt. Vervolgens wordt de watertank automatisch
met het onverdunde ontsmettingsmiddel van de waterleidingen gevuld.
Daarna worden de slangen van de instrumenten, de Sprayvit M-slangen
en het glasfonteintje met het ontsmettingmiddel doorgespoeld. De
zuigslangen worden gereinigd.
LET OP
Spatten van het onverdunde ontsmettingsmiddel voor waterleidingen
kunnen bij langdurige inwerking tot verkleuringen van het oppervlak
leiden.
Verwijder spatten daarom onmiddellijk met een vochtige doek.
Dentsply Sirona
Gebruiksaanwijzing Sinius
63 22 8 09 D3561
D3561.201.01.23.19 2024-07