4 Bediening
4.5 Tandartsgedeelte
144
4.5.14.2
Implantologie
WAARSCHUWING
Voor de implantologiefunctie mag alleen het Dentsply SironaSirona-
hoekstuk Implant 20:1 worden gebruikt.
Instrumenten van andere fabrikanten kunnen tot storingen leiden.
Derde instrumenten voor implantologie kunnen verkeerd gekalibreerd
worden.
➢ Gebruik voor implantologie alleen de elleboog Implant 20:1 van
Dentsply Sirona.
➢ Controleer of de aangeduide overbrengingsverhouding op het
touchscreen met de vermelding op het gebruikte hoekstuk
overeenstemt.
4.5.14.2.1
Booraandrijving kalibreren
Een kalibratie is bij de start van de therapie, na iedere vervanging van
het hoekstuk en na elke smering van het hoekstuk mogelijk.
Bij de kalibratie wordt een automatische controle van het hoekstuk
uitgevoerd. Hierbij worden door meting van de motorstroom bij
verschillende toerentallen de eigenschappen van het systeem
vastgelegd.
VOORZICHTIG
Om een juiste kalibratie te garanderen, mogen enkel Dentsply Sirona-
instrumenten worden gebruikt.
ü De Implantologiedialoog wordt op het touchscreen weergegeven.
1. Steek het hoekstuk op de elektromotor die u voor de
implantologietherapie wilt gebruiken.
2. Steek het werktuig in het hoekstuk. Zo wordt ook hiermee rekening
gehouden bij de meting.
3. Raak de toets Cal op het Touchscreen aan.
Ä De toets knippert oranje.
4. Houd het voetpedaal voor de duur van de kalibratie ingedrukt.
Ä De toets Cal blijft knipperen. Als de booraandrijving
gekalibreerd is, wordt de toets duurzaam oranje gemarkeerd.
De kalibratie is dan voltooid.
4.5.14.2.2
Toerental en draaimoment instellen
Bij de implantologiefunctie worden de toerental- en
draaimomentwaarden van het hoekstuk aangegeven, niet van de motor.
De besturingselektronica van de booraandrijving berekent de aansturing
van de motor op basis van de opgegeven reductie en de ingestelde
toerental- en draaimomentwaarden.
Dentsply Sirona
Gebruiksaanwijzing Sinius
63 22 8 09 D3561
D3561.201.01.23.19 2024-07