Bij de applicatieregelaar kan tijdens gebruik een aardlekstroom > 3.5 mA optreden.
Dodelijk of ernstig lichamelijk letsel door elektrische schokken.
Ter voorkoming van gevaarlijke stroom conform EN 61800-5-1 moet op het volgen-
de worden gelet:
•
•
•
•
•
AANWIJZING
Installatie met veilige scheiding.
De applicatieregelaar voldoet aan alle vereisten voor de veilige scheiding van vermo-
gens- en elektronica-aansluitingen volgens EN 61800-5-1. Alle aangesloten stroom-
kringen moeten voldoen aan de vereisten voor een veilige scheiding conform SELV
(Safety Extra Low Voltage) of PELV (Protective Extra Low Voltage) om een veilige
scheiding te kunnen waarborgen. De installatie moet voldoen aan de eisen voor de
veilige scheiding.
4.3.1
Algemene aanwijzingen
•
•
GEVAAR
2
Voedingskabel < 10 mm
– Leg een tweede PE-geleider met de kabeldoorsnede van de voedingskabel
parallel aan de aardleiding via aparte klemmen of gebruik een koperen aard-
leiding met een kabeldoorsnede van 10 mm
2
Voedingskabel 10 mm
– 16 mm
– Leg een koperen aardleiding met de kabeldoorsnede van de voedingskabel.
2
Voedingskabel 16 mm
– 35 mm
– Leg een koperen aardleiding met een kabeldoorsnede van 16 mm
2
Voedingskabel > 35 mm
– Leg een koperen aardleiding met de halve kabeldoorsnede van de voedings-
kabel.
Als op individuele plekken een aardlekschakelaar wordt gebruikt als beveiliging
tegen direct en indirect contact, moet deze geschikt zijn voor alle soorten stroom
(RCD type B).
Voorkom onbedoeld opstarten van de motor door gepaste maatregelen, bijvoor-
beeld door het elektronicaklemmenblok X20 los te maken. Verder moeten afhan-
kelijk van de toepassing extra voorzorgsmaatregelen worden getroffen om risico's
voor mens en machine te vermijden.
Gebruik bij aansluiting op de schroeven alleen gesloten kabelschoenen om te
voorkomen dat er draden uitsteken.
:
2
.
2
:
2
:
:
Compacte technische handleiding – MOVIDRIVE
Installatie
4
Elektrische installatie
2
.
19
®
technology