Autoclaveren
8.5
Onderhoud
Rubberen afdichting van de
centrifugaalkamer invetten
Accessoires controleren
De centrifugaalkamer op
schade controleren
Motoras invetten
Accessoires met beperkte
gebruiksduur
AB1800nl
Over de mate van steriliteit kan geen uitspraak worden gedaan.
Autoclaveren versnelt het verouderingsproces van materialen. Ook kan het
kleurveranderingen veroorzaken. Na het autoclaveren moeten de rotoren en
accessoires visueel worden gecontroleerd op beschadigingen en moeten
beschadigde onderdelen onmiddellijk worden vervangen.
EBA 200 S
AANWIJZING
Beschadiging van het apparaat door autoclaveren.
−
De rotor en accessoires mogen niet worden geautocla-
veerd.
EBA 200
AANWIJZING
Beschadiging van het apparaat door autoclaveren.
−
Autoclaveer de rotor maximaal 10 keer.
Dan moet de rotor vervangen worden.
De rotor kan worden geautoclaveerd bij 121 °C / 250 °F (20 min).
Wrijf de afdichtring lichtjes in met een rubberverzorgingsproduct.
1.
Controleer de accessoires op slijtage en corrosieschade.
2.
Controleer of de rotor stevig vastzit.
Controleer de centrifugaalkamer op schade.
De rotor mag alleen bij de EBA 200 worden gedemonteerd.
Om deze reden kan de motoras alleen bij de EBA 200
worden ingevet.
1.
Verwijder accessoires.
2.
De motoras reinigen.
3.
Verwijder na gebruik van schoonmaakmiddelen de resten van het
middel met een vochtige doek.
4.
Vet de motoras in met Hettich buisvet 4051.
5.
Overtollig vet in de centrifugaalkamer moet worden verwijderd.
Het gebruik van bepaalde accessoires is beperkt in tijd. Om veiligheids-
redenen mogen de accessoires niet meer worden gebruikt als het erop
aangegeven maximale aantal loopcycli of de erop aangegeven vervaldatum
is bereikt.
■
Het maximaal toegestane aantal loopcycli of de vervaldatum vindt u op
de accessoires.
■
De centrifuge is uitgerust met een cyclusteller.
Rev.: 08 / 10.2023
Reiniging en onderhoud
35 / 40