6.4.2
Deksel met schroefdop zonder boorgat
1
Afb. 17: BIO-veiligheidssysteem
1
Draaigreep
2
Deksel
3
Rotor
Sluiten
Openen
6.5
Centrifugeren
6.5.1
Continu centrifugeren
AB2400nl
Voor materialen uit de risicogroepen 3 en 4 moet naast de afsluitbare centri-
fugebuizen een bio-veiligheidssysteem worden gebruikt (zie het handboek
"Laboratory Biosafety Manual" van de Wereldgezondheidsorganisatie).
In een bio-veiligheidssysteem voorkomt een bioafdichting (afdichtring) dat
druppels en aerosolen kunnen ontsnappen.
Als de beker van een bio-veiligheidssysteem zonder deksel wordt gebruikt,
moet de afdichtring van de beker worden verwijderd om beschadiging van
de afdichtring tijdens de centrifugatieloop te voorkomen.
Beschadigde bio-veiligheidssystemen zijn niet meer microbiologisch dicht.
Zonder gebruik van een bio-veiligheidssysteem is de centrifuge volgens de
norm EN / IEC 61010-2-020 niet microbiologisch dicht.
Opslag van bio-veiligheidssystemen
Om beschadiging van de afdichtringen tijdens opslag te voorkomen, mogen
bio-veiligheidssystemen alleen met geopend deksel worden opgeslagen.
2
3
1.
Plaats het deksel (
2.
Draai het deksel (
gesloten is.
1.
Draai het deksel (
2.
Verwijder het deksel (
Personeel:
■
Getrainde gebruikers
1.
Stel de minuten en seconden in op
continubedrijf op.
2.
Druk op toets
De centrifugatieloop wordt gestart.
Tijdens de centrifugatieloop brandt de toets
De tijdtelling begint bij
Tijdens de centrifugatieloop worden het rotortoerental of de RCF-
waarde, de temperatuur in de centrifugatiekamer (alleen bij centri-
fuges met koeling) en de verstreken tijd weergegeven.
Rev.: 12 / 11.2023
2 ) centraal op de rotor ( 3 ).
2 ) rechtsom met de draaigreep ( 1 ) totdat het stevig
2 ) linksom met de draaigreep ( 1 ) totdat het open is.
2 ) van de rotor ( 3 ).
„¥" of roep een programma voor
[START/IMPULSE] .
„00:00" .
Bediening
[START/IMPULSE] .
25 / 41