VEILIGHEID
De volgende symbolen worden gebruikt om mogelijk
gevaarlijke situaties aan te geven. Lees deze informatie
altijd aandachtig door en neem de nodige
voorzorgsmaatregelen om personen en voorwerpen te
beschermen.
Geen enkel preventieplan ter voorkoming van ongevallen
is effectief zonder de volledige medewerking van de
persoon die direct verantwoordelijk is voor de werking van
de machine. De meeste ongevallen die zich binnen een
bedrijf, op de werkvloer of op locatie voordoen, worden
veroorzaakt door het niet naleven van enkele elementaire
veiligheidsmaatregelen. Een oplettende en voorzichtige
bediener is de beste garantie tegen ongevallen en is het
meest effectief in elk preventieplan.
GEBRUIKTE SYMBOLEN
GEVAAR!
Dit symbool geeft een gevaar met mogelijk
dodelijk afloop voor de bediener aan.
LET OP!
Dit symbool geeft een mogelijk risico op
persoonlijk letsel aan.
WAARSCHUWING!
Dit symbool geeft een waarschuwing of
opmerking aan over de werking van de
sleutel of van de gebruiksfuncties. Lees de
blokken tekst die met dit symbool zijn
gemarkeerd zorgvuldig door.
OPMERKING
Dit geeft aan dat de bedienershandleiding
moet worden geraadpleegd voordat er een
handeling wordt uitgevoerd.
146 2598 000(2)2006-06 A
GEBRUIKSAANWIJZING
ALGEMENE INSTRUCTIES
Hierna volgen waarschuwingen en specifieke
aandachtspunten om mogelijke schade aan de machine of
letsel bij personen te voorkomen.
GEVAAR!
–
Verwijder de contactsleutel uit de contactschakelaar
voordat u onderhouds-/reparatiewerkzaamheden
uitvoert.
–
Deze machine mag alleen worden gebruikt door
speciaal opgeleid en bevoegd personeel. De
machine mag niet worden gebruikt door kinderen of
mensen met een handicap.
–
Wanneer u in de buurt van bewegende onderdelen
werkt, moet u alle sieraden afdoen.
–
Werk nooit onder een omhoog gebrachte machine
als deze niet voldoende wordt ondersteund door
veiligheidssteunen.
–
Gebruik deze machine niet in ruimten waar
schadelijke, gevaarlijke, ontvlambare en/of
explosieve stoffen, vloeistoffen of dampen aanwezig
zijn.
–
Let op: de brandstof is zeer licht ontvlambaar.
–
Rook niet en houd open vuur uit de buurt van het
gebied waarin de motor wordt bijgevuld of brandstof
wordt opgeslagen.
–
Vul de brandstof niet verder bij dan tot de markering
(1, Afb. T) voor het maximale niveau.
–
Controleer na het bijvullen van de brandstof of de dop
van de brandstoftank goed is afgesloten.
–
Wanneer er tijdens het tanken brandstof naar buiten
loopt, moet u alle brandstof verwijderen en de
dampen laten oplossen voordat u de motor start.
–
Zorg dat er geen brandstof op de huid komt en dat u
de dampen niet inademt. Hou buiten bereik van
kinderen.
–
Laat de motor niet meer dan 20° kantelen; als de
motor verder wordt gekanteld, kan er brandstof uit de
tank lopen.
–
De uitlaatgassen van de motor bevatten
koolmonoxide, een giftig, reukloos en kleurloos gas.
Zorg dat u het niet inademt. Bewaar de motor niet op
een afgesloten plaats.
–
Zet geen voorwerpen op de motor.
–
Schakel de motor uit voordat u er werkzaamheden
aan uitvoert. Om te voorkomen dat de motor per
ongeluk aan gaat, moet u altijd het dopje van de
bougie ontkoppelen.
NEDERLANDS
FLOORTEC R 360 P
3