Par.
Beschrijving
P2-23
Vrijgave remcircuit
P2-24
Effectieve schakelfre-
quentie
P2-25
Tweede deceleratie-
integrator
P2-26
Baudrate voor
MODBUS-communi-
catie
P2-27
Communicatieadres
regelaar
P2-28
Keuze master-/slave-
modus
P2-29
Vooraf ingestelde
schaalfactor voor
digitaal toerental-
setpoint
P2-30
Indeling bipolaire
analoge ingang
P2-31
Bipolaire schalering
van analoge ingang
P2-32
Bipolaire offset van
analoge ingang
P2-33
2. indeling analoge
ingang
P2-34
Schalering tweede
analoge ingang
Technische handleiding – MOVITRAC
Bereik
0:
Gedeactiveerd
1:
Vrijgave + klein vermogen
2:
Vrijgave + groot vermogen
3:
Vrijgave, geen beveiliging
S1, S2
230 V, 4 ... 32 kHz
S2
400 V, 4 ... 32 kHz
S3, S4
400 V, 4 ... 24 kHz
S5, S6
400 V, 4 ... 16 kHz
Auto
0 s ... 3000 s
t9.6, t19.2, t38.4, t57.6, t115.2
r9.6, r19.2, r38.4, r57.6, r115.2
0:
Gedeactiveerd
1 ...
Adres voor de
63:
communicatie
0:
Slavemodus
1:
Mastermodus
0 ... 500%, in stappen van 0,1%
0 ... 24 V
0 ... 10 V
– 10 ... 10 V
–24 ... 24 V
0 ... 500%
–500% ... +500%
0 / 24 V (binaire ingang)
0 ... 10 V,
4..20 mA, 0 ... 20 mA
0 ... 500%
®
LTP
Parameters
Specificatie van de parameters
Stan-
Toelichting
daard
0
Vrijgave voor de interne remchopper.
Beveiliging tegen overbelasting in de software,
indien op 1 of 2 ingesteld. Nominale tabel bevat
richtlijnen voor de dimensionering van de weer-
stand.
16 kHz
Effectieve schakelfrequentie van de vermogens-
trap.
8 kHz
X1: Een hogere schakelfrequentie betekent
minder geluidsontwikkeling bij de motor, maar
4 kHz
ook grotere verliezen in de eindtrap.
4 kHz
"Auto" kiest de minimale schakelfrequentie
voor het geselecteerde toerentalbereik om de
verliezen in toepassingen met een spil zo klein
mogelijk te houden (P2-24 moet 16 x P1-01 of
groter zijn).
0,0 s
Wordt automatisch opgeroepen bij uitval van de
netvoeding als P1-05 = 2. Kan ook via binaire
ingangen tijdens bedrijf opgeroepen worden.
0 kBaud
Baudrate voor communicatie met MODBUS-RTU
via seriële data-interface.
Een toegevoegde 't' geeft aan dat de regelaar na
een in P6-08 ingestelde periode geactiveerd
wordt, indien de communicatie met de netwerk-
master uitvalt.
Een toegevoegde 'r' geeft aan dat de regelaar na
een in P6-08 ingestelde periode via een inte-
grator vertraagd, indien de communicatie met de
netwerkmaster uitvalt.
1
Uniek regelaaradres voor de gehele seriële com-
municatie van de regelaar
0
In de mastermodus stuurt de regelaar zijn bedrijf-
stoestand via de seriële dataverbinding. Wordt
gebruikt om de slave-aandrijvingen via de seriële
verbinding te besturen. P2-27 moet op 1 gezet
zijn voor de mastermodus.
100.0%
De ingang voor het digitale toerentalsetpoint van
de regelaar wordt met deze factor geschaald als
P2-35 = 1. Bedrijf is gebaseerd op setpoints via
de seriële data-interface. Kan als elektronische
reductor voor master-/slave-applicaties worden
gebruikt.
0 ... 24 V
Past de indeling van de analoge ingang aan het
op klem 6 aangesloten referentiesignaal aan.
Alleen spanningssignalen kunnen direct aange-
sloten worden, voor mA-referentiesignalen moet
een externe weerstand aangesloten worden.
100.0%
Schaleert de analoge ingang met deze factor.
Op 200% ingesteld om het gehele toerentalbe-
reik met 0 ... 5V-ingang te kunnen afdekken (als
P2-30 = 0 ... 10 V).
0.0%
Stelt de afwijking van nul in, waarmee het
toerental start.
De waarde is "%" van de volledige ingangsspan-
ning.
0 / 24 V
Bepaalt de indeling van de tweede analoge
ingang. Met 0 / 24 V gedraagt de ingang zich als
binaire ingang.
100.0%
Schaleert de tweede analoge ingang met de in
deze parameter vastgelegde factor.
P6..
8
P60.
P600
39