10. Bescherming tegen vorst
Pompen die niet worden gebruikt tijdens vorstperio-
des dienen te worden leeggemaakt om schade te
vermijden.
Maak de pomp leeg door de ontluchtingsschroef in
het lantaarnstuk/deksel los te maken en door de
aftapplug uit het pomphuis te verwijderen. Zie
afb. 13.
Aftapplug
Drain plug
Afb. 13 Plaats van aftapplug
Plaats de aftapplug terug. Draai de ontluchtings-
schroef niet vast tot de pomp opnieuw wordt
gebruikt.
11. Onderhoud
Waarschuwing
Voordat u met werkzaamheden aan de
pomp begint, dient u er zeker van te zijn
dat de elektriciteitstoevoer naar de
pomp is uitgeschakeld en niet per
ongeluk kan worden ingeschakeld.
11.1 Pomp
De pomp is onderhoudsvrij.
Als de pomp moet worden leeggemaakt gedurende
een lange periode dat deze niet gebruikt wordt, spuit
dan een paar druppels siliconenolie op de as tussen
het lantaarnstuk en de koppeling. Zo wordt voorko-
men dat de asafdichtingsringen aan elkaar gaan kle-
ven.
11.2 Motor
De motor moet regelmatig gecontroleerd worden.
Het is van belang om de motor schoon te houden
teneinde toereikende ventilatie te verzekeren. Als de
pomp in een stoffige omgeving wordt geïnstalleerd,
moet de motor regelmatig worden gereinigd en
gecontroleerd.
Smeren
De lagers van motoren tot 11 kW zijn voor de gehele
levensduur gesmeerd.
De lagers van motoren van 11 kW en hoger moeten
worden gesmeerd overeenkomstig de aanwijzingen
op het typeplaatje van de motor.
De motoren dienen te worden gesmeerd met een op
lithium gebaseerd vet dat aan de volgende specifica-
ties voldoet:
• NLGI kwaliteit 2 of 3
• Viscositeit van basisolie: 70 tot 150 cSt bij +40°C
(~ +104°F)
• Temperatuurbereik: –30°C (~ –22°F) tot +140°C
(~ +284°F) tijdens continu bedrijf.
12. Technische gegevens
12.1 Mechanische gegevens
Zie het typeplaatje van de pomp.
12.2 Elektrische gegevens
Zie het typeplaatje van de motor.
12.3 Gewichten
Zie het label op de verpakking.
12.4 Geluidsbelasting
Zie pagina 288.
95