4.12.2 Een aangepaste Modbus-registerkaart exporteren
1. Sluit een USB-stick aan op de applicatiebeheerder.
2. Ga naar Instellingen > Communicatie > Modbus > Modbus registerkaart.
3. Klik op Exporteren.
4. Selecteer het opslagapparaat.
5. Klik op Exporteren.
De aangepaste Modbus-registerkaart wordt geexporteerd naar een USB-station.
4.13 Een FPM 711 module configureren voor gebruik met een pomp
met constante snelheid
Met deze configuratie kan het systeem een aangesloten FPM 711 Dirigo machinemodule
gebruiken als FPM 411 pompmodule.
1. Ga naar Instellingen > Pomp.
2. Selecteer de pomp die is aangesloten op de module FPM 711.
3. Ga naar Machine-interface.
4. Zet de instelling Type pomp op Pomp met constante snelheid.
5. Klik op Opslaan.
Het systeem start opnieuw op.
Na de herstart van het systeem kan het systeem een pomp met constante snelheid
gebruiken die is aangesloten op de FPM 711 module. Het systeemoverzicht toont de module
als een FPM 711 module met de standaard in- en uitgangen voor het geselecteerde
pomptype.
4.14 Concertor XPC bediening
4.14.1 Wijzig de intervalinstelling van het werkpunt
1. Ga naar Instellingen > Pomp.
2. Selecteer de pomp.
3. Stel de parameters in.
Parameter
Vermogen instellen
Minimum snelheid
Snelheid instellen
Relaties tussen de snelheidsparameters
™
Nexicon
Gebruikershandleiding
Instelling
Bereik: Minimaal vermogen– Maximum voeding
Bereik: 0 – Snelheid instellen
Bereik Minimum snelheid – Maximum snelheid
2
3
0
0
1
2
2
5
3
4
4
0
4 Bediening
1. Minimum snelheid
2. Maximum snelheid
3. Bereik van de Snelheid
instellen-instelling
4. Minimum snelheidwanneer
ingesteld boven 0
5. Snelheid instellen
6. Snelheidsbereik
6
NL
89