2 Functiebeschrijving
Specifieke energie
NL
2.8.7 Gebeurtenislogboek
2.9 Energieminimalisator
16
De specifieke energie is de snelheid van het energieverbruik voor elke unit van verpompt
volume. Een toename van de specifieke energie in de loop van de tijd wijst erop dat de
pomp onderhoud nodig heeft.
Het gebeurtenislogboek kan worden gecontroleerd om een volledig overzicht te krijgen van
de systeemprestaties in de loop van de tijd. Gebeurtenissen worden in het
gebeurtenissenlogboek opgeslagen als gebeurtenissen met een tijdstempel.
Het is mogelijk te configureren welke gebeurtenissen moeten worden gelogd. Sommige
gebeurtenissen, bijvoorbeeld software-updates, worden altijd gelogd.
Voorbeelden van gebeurtenissen:
• Wijzigingen in het systeem of de software
• Alarmen
• Gebeurtenissen pompcyclus
• Dagelijkse statistieken
De gebeurtenissen worden in chronologische volgorde weergegeven. De laatste gebeurtenis
wordt bovenaan de lijst getoond.
Als het log vol is, worden de oudste loggegevens gewist.
Het is mogelijk een datumbereik te selecteren en het gebeurtenissenlogboek voor de
geselecteerde data naar een USB-stick te exporteren. Als een groot datumbereik is
geselecteerd, kan het meer dan vijf minuten duren om het logboek te exporteren. De oudste
gegevens worden eerst geëxporteerd.
De operators of onderhoudstechnici kunnen dit logboek gebruiken om ondersteuning en
beheerders te helpen.
Het logboek wordt geëxporteerd in de taal die in het systeem is ingesteld. Als het logboek in
een andere taal moet worden geëxporteerd, moet de taal in het systeem worden gewijzigd
voordat het logboek wordt geëxporteerd.
Het gebeurtenislogboek toont de volgende informatie:
• Datum
• Tijd
• Gebeurtenis
• Bron
• Data
De functie energieminimalisator berekent de meest energie-efficiënte snelheid voor de
specifieke toepassing.
De functie verhoogt of verlaagt de snelheid in kleine stappen bij elke pompcyclus om de
meest energie-efficiënte snelheid te vinden. Bij een nieuwe installatie kunnen er
verschillende pompcycli nodig zijn om de meest energie-efficiënte snelheid te vinden. De
afstand tussen de start- en stopniveaus beïnvloedt de precisie en het aantal cycli dat de
functie nodig heeft voor de berekening.
• Als de vetstreepminimalisatiefunctie is uitgeschakeld, is de minimale afstand tussen het
start- en stopniveau 15 cm (6 in).
• Als de vetstreepminimalisatiefunctie is ingeschakeld, is de minimale afstand tussen het
start- en stopniveau 35 cm (14 in).
De energieminimalisator gebruikt stroomgegevens om de snelheid te berekenen.
™
Nexicon
Gebruikershandleiding