2.14.3 WebVisu
Nexicon ondersteunt CODESYS-visualisatie met WebVisu. Wanneer een WebVisu-
toepassing in het systeem wordt geladen, kan het startscherm standaard de WebVisu-
weergave tonen.
2.14.4 Aangepaste wissel
Als het systeem een aangepaste wisselvolgorde gebruikt, starten de pompen in de volgorde
die is gedefinieerd in de geladen CODESYS-toepassing. Het systeem doorloopt de
wisselvolgorde.
De wisselvolgorde moet geldig zijn. Het moet bijvoorbeeld ten minste één pomp bevatten, en
alleen pompen die in dezelfde natte put zitten. Als de wisselvolgorde niet geldig is, blijft het
systeem de laatste geldige volgorde gebruiken.
Wanneer het systeem een nieuwe wisselvolgorde krijgt, start de volgende pomp in de
pompcyclus volgens de nieuwe volgorde. Het kan tot drie seconden duren voordat het
systeem de nieuwe wisselvolgorde gebruikt.
2.14.5 Pompstartvolgorde
Deze functie voert een geladen CODESYS toepassing uit voordat de pomp start. De
toepassing draait alleen als het signaal om de pomp te starten afkomstig is van de
automatische procesregeling of de hoogniveauschakelaar.
Wanneer de functie is ingeschakeld, volgt het systeem dit proces:
1. De automatische procesbesturing of de schakelaar op hoog niveau stuurt een
startsignaal.
2. Het systeem vertraagt het starten van de pomp.
3. De geladen CODESYS toepassing voert de startvolgorde uit.
4. Het proces eindigt volgens de status van de startvolgorde:
Voorwaarde
De startvolgorde is voltooid.
De startvolgorde is uitgetimed. Er wordt een alarm geactiveerd.
In de volgende gevallen start de pomp zonder de startprocedure:
• De startprocedure heeft een time-out en het systeem is geconfigureerd om de pomp toch
te starten.
• De pompmodule heeft het contact met de applicatiebeheerder verloren en de hoog-
niveauschakelaar die op de pompmodule is aangesloten, start de pomp.
• De Hand-Uit-Auto-schakelaar staat in de stand Hand.
OPMERKING:
Om het risico op schade aan de apparatuur te vermijden, moet u ervoor zorgen dat de
installatie een pompstart zonder de pompstartsequentie aankan.
2.15 Concertor XPC functies
Deze functies zijn beschikbaar voor Concertor machines die zijn aangesloten op FPM 711
modules.
2.15.1 Ingesteld vermogen, ingestelde snelheid en geregistreerde stroming
Verhouding ingesteld vermogen en ingestelde snelheid
Het ingestelde vermogen is de instelwaarde voor het ingangsvermogen van de motor in het
systeem en de ingestelde snelheid is de instelwaarde voor de snelheid van de .
Het ingestelde vermogen en de ingestelde snelheid kunnen worden gezien als het maximaal
beschikbare bedrijfspunt voor bijvoorbeeld hoge instroomsituaties. Door de
™
Nexicon
Gebruikershandleiding
Beschrijving
De pomp start.
De pomp start wel of niet, afhankelijk van de systeemconfiguratie.
2 Functiebeschrijving
25
NL