Aantal
Alarm
AL_0024
Laag niveau
AL_0033
Laag debiet
AL_0034
Hoog debiet
AL_0041
Ontbrekende
gegevens
AL_0054
Geen beschikbare
pompen
™
Nexicon
Gebruikershandleiding
Beschrijving
Bron
Het vloeistofniveau in
Natte put
de natte put is lager
dan of gelijk aan het
geconfigureerde lage
niveau. De pomp kan
drooglopen.
De instroom of
In- of
uitstroom is lager dan
uitstroom
de geconfigureerde
drempelwaarde.
De instroom of
In- of
uitstroom is hoger dan
uitstroom
de geconfigureerde
drempelwaarde.
Gegevens ontbreken
Berekening
of zijn onjuist.
overloopde
biet
Er zijn geen pompen
Natte put
beschikbaar.
Mogelijke oorzaak
Actie
• De pomp loopt in de
• Als de pomp loopt, stop
handm. modus.
• De niveausensor is
defect.
• Vervang indien nodig de
• De schakelaar voor laag
niveau wordt boven het
aanslagniveau
• Installeer de schakelaar
geïnstalleerd.
• De start- en stopniveaus
van de sensoren zijn
niet juist ingesteld.
• Configureer de
• De stroommeter is
• Vervang de
defect.
• De klep is gesloten.
• Open de klep.
• Bron: Instroom
• Bron: Instroom
– Er is een probleem in
het netwerk
stroomopwaarts.
• Bron: Uitstroom
• Bron: Uitstroom
Dit alarm wordt alleen
gegeven wanneer de
uitstroom onder een
drempelwaarde ligt en
de pomp blijft draaien.
– De pomp is defect.
– Er is een probleem in
de natte put.
• De stroommeter is
• Vervang de
defect.
• Er worden meer kleppen
• Sluit een of meer
geopend dan nodig is.
• Bron: Instroom
• Bron: Instroom
– Er is een probleem in
het netwerk
stroomopwaarts.
Er is een overloop
Geen actie.
opgetreden tijdens een
Het alarm wordt
stroomstoring of tijdens het
gedeactiveerd nadat het
opstarten van het systeem.
systeem niet langer een
aanhoudende overloop
detecteert.
De pompen zijn
• Controleer of de pompen
losgekoppeld, gestopt of
defect.
• Controleer of de pompen
2 Functiebeschrijving
hem dan en schakel
over op automatische
modus.
sensor.
voor laag niveau correct,
zodat de schakelaar zich
onder het stopniveau
bevindt.
instellingen van de start-
en stopniveaus correct.
stroommeter.
– Controleer het
netwerk.
– Controleer de pomp.
– Controleer de natte
pomp.
stroommeter.
kleppen.
– Controleer het
netwerk.
– Vervang de pomp met
lagere capaciteit.
zijn aangesloten en
werken.
niet geblokkeerd of
handmatig uitgeschakeld
zijn.
37
NL