2 Functiebeschrijving
2.8 Toezicht
NL
2.8.1 Systeembewaking
Data
Status
Statistieken
2.8.2 Peilapparaten
Analoge niveausensor
12
De pompmodule heeft vaste functies op de in- en uitgangen. Het is niet mogelijk om deze
functies te wijzigen.
Data voor het systeem zijn toegankelijk in de gebruikersinterface en via externe
communicatie-interfaces. Als een product wordt vervangen, zullen de gegevens voor het
nieuwe product beschikbaar zijn bij opstart.
Informatie over de status van het systeem verschijnt zowel in de gebruikersinterface als op
de LED's.
De statistieken van de in bedrijf gestelde pompen en het station worden getoond in de
gebruikersinterface en opgeslagen in de applicatiebeheerder. Voor meer informatie, zie
Historie
op pagina 50.
Het systeem gebruikt analoge niveausensoren, digitale vlotterschakelaars of niveausondes
als niveaumeters. Deze apparaten worden ook voor andere functies gebruikt, bijvoorbeeld
om alarmen te genereren.
De 4-20 mA sensor is aangesloten op een analoge ingang.
• De waterniveaus worden weergegeven in de HMI en gecommuniceerd via externe
interfaces.
• Het maximale waterpeil mag niet lager zijn dan het minimale waterpeil.
• Het is mogelijk de minimum- en maximumwaarden van het waterpeil als negatief of
positief in te stellen.
• Het bereik van de sensor wordt tussen deze waarden geconfigureerd:
– 4 mA, die de minimumwaarde vertegenwoordigt
– 20 mA, die de maximumwaarde vertegenwoordigt
Deze waarden zijn onafhankelijk van de lengte van de sensorkabel.
• Het is mogelijk om het ingangssignaal te schalen of te configureren met een offset. Voor
Applicatiebeheerder, I/O modules
meer informatie, zie
op pagina 75.
™
Nexicon
Gebruikershandleiding