Procedure van de
Houd de volgende procedure aan bij de productlengtebesturing:
productlengte-
•
besturing
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Let op de volgende aanwijzingen:
•
•
•
•
•
®
Handboek – MOVIDRIVE
Geef "1"-signalen op de binaire ingangen DIØØ "/Controller inhibit" en DIØ1 "Enable/
rapid stop".
Alleen bij besturing via veldbus/systeembus: programmeer de volgende besturings-
bits:
– PO1:0 "Controller inhibit/enable" = "0";
– PO1:1 "Enable/rapid stop" = "1";
– PO1:2 "Enable/stop" = "1".
Bij aansturing via klemmen of aansturing via veldbus met 1 procesdatawoord (1 PD):
selecteer gewenste productlengten via DI15 ... DI17 of PO1:13 ... PO1:15.
Bij aansturing via veldbus met 3 procesdatawoorden (3 PD): geef de productlengte op
met procesuitgangsdatawoord PO2 en stel de bit PO1:13 "lengtebesturing" in op "1".
Start het automatisch bedrijf met DI12 (PO1:10) "Start" = "1". Het "1"-signaal moet
voor de hele duur van de positionering actief zijn.
Zet een "1-signaal" op de binaire ingang DI14 (PO1:12) "terugkeerpositionering". Het
signaal moet minstens aan staan tot de startpositie is bereikt.
De aandrijving beweegt nu naar de startpositie en blijft daar tot de ingestelde mate-
riaallengte is bereikt. Bij productlengtebesturing zonder materiaalsensor wordt de
materiaallengte gemeten vanaf de "0"-"1"-flank op DI12 "Start". Bij productlengte-
besturing met materiaalsensor wordt de materiaallengte pas gemeten vanaf de "0"-
"1"-flank op DIØ2 "Sensor".
Als de materiaallengte is bereikt, koppelt de aandrijving automatisch in en synchro-
niseert zich met het te zagen materiaal. Tijdens de synchroonloop is de binaire
uitgang DO12 (PI1:10) "Drive synchronous" op "1" ingesteld.
Bereikt de aandrijving de ingestelde omkeerpositie, dan kan door een "1"-signaal op
de binaire ingang DI14 (PO1:12) "Repositioning" de teruggaande beweging worden
gestart. De aandrijving wordt ontkoppeld en gaat positiegeregeld terug naar de start-
positie.
Bereikt de aandrijving de startpositie, dan wordt de binaire uitgang DO17 (PI1:15)
"Home postion reached" = "1" ingesteld. De aandrijving blijft positiegeregeld staan.
Op de binaire ingang DI14 (PO1:12) "Repositioning" kan het "1"-signaal continu aan
staan. De aandrijving wordt dan bij het bereiken van de minimale omkeerpositie
ontkoppeld en gaat terug naar de startpositie.
De aandrijving blijft in synchroonloop als DI14 (PO1:12) "Repositioning" op "0" blijft
ingesteld.
Gebruik de functie "Opening trekken" als het materiaal na een geslaagde zaagbe-
werking apart moet worden gelegd. Ga als volgt te werk:
– Zet een "1"-signaal op de binaire ingang DI13 (PO1:11) "Gap". Na het bereiken
van de minimale omkeerpositie wordt een offset in relatie met de ingevoerde
inbedrijfstellingswaarde ingesteld. Dit "1"-signaal kan continu aan blijven staan.
– Als de aandrijving de offsetwaarde heeft bereikt, wordt de binaire uitgang DO13
(PI:11) "Gap finished" op "1" ingesteld. De aandrijving blijft in synchroonloop.
Fout F42 "Lag fault" wordt gegenereerd als de productlengte zo klein is ingesteld dat
de materiaaltoevoer bij het bereiken van de startpositie de productlengte reeds heeft
overschreden. Oplossing: materiaaltoevoer verkleinen.
De productlengte wordt de eerste keer dat het systeem wordt gestart, nadat automa-
tisch bedrijf is geselecteerd, overgenomen en daarna telkens als de zaag synchroon
beweegt. Als tijdens de synchroonloop een nieuwe productlengte wordt ingesteld,
wordt deze pas effectief bij de tweede daaropvolgende zaagbewerking.
MDX61B, applicatie vliegende zaag
Bedrijf en service
Automatisch bedrijf
6
65