Inbedrijfstelling
I
6
Inbedrijfstelling met opties MBG11A of MLG..A
0 0
6.7
Inbedrijfstelling met opties MBG11A of MLG..A
78
GEVAAR!
Bij werkzaamheden aan het apparaat kunnen tot enkele minuten na het uitschakelen
van de netspanning nog gevaarlijke spanningen aanwezig zijn!
Dood of zwaar letsel door elektrische schokken.
®
•
Maak de MOVIMOT
ningsloos en beveilig deze tegen onbedoelde herinschakeling van de voeding.
•
Wacht vervolgens minstens één minuut.
1. Controleer de aansluiting van de MOVIMOT
Zie hoofdstuk "Elektrische installatie".
2. Stel de DIP-schakelaar S1/1 van de MOVIMOT
ON
ON
1
2
3
4
5
1
2
3. Stel de minimumfrequentie f
Schakelaar f2
Vaste instelling
Minimumfrequentie f
[Hz]
min
4. Stel de integratortijd op schakelaar f2 in.
De integratortijd heeft betrekking op een setpointverandering van 1500 rpm (50 Hz).
Schakelaar t1
Vaste instelling
Integratortijd t1 [s]
0,1
5. Controleer of de gewenste draairichting is vrijgegeven.
Rechts/stop
Links/stop
Geactiveerd
Geactiveerd
Geactiveerd
Niet geactiveerd
Technische handleiding – MOVIMOT
-aandrijving met een geschikt, extern veiligheidsrelais span-
®
-regelaar.
6
7
8
op schakelaar f2 in.
min
0
1
2
3
2
5
7
10
12
0
1
2
3
4
0,2
0,3
0,5
0,7
Betekenis
•
Beide draairichtingen zijn vrijgegeven
•
Alleen de draairichting rechtsom is vrijgegeven
•
Setpointinstellingen voor linksom hebben tot gevolg dat de
aandrijving wordt stilgezet
®
in op "ON" (= adres 1).
4
5
6
7
8
15
20
25
30
5
6
7
8
1
2
3
5
®
MM..D met draaistroommotor DT/DV
337783947
9
10
35
40
9
10
7
10