3
Inbedrijfstelling
3.4.5
De aanwijzingen en voorinstellingen van hoofdstuk 3.4.1 in acht nemen.
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10. P773 "Strichzahl IGEB "instellen (fabrieksinstelling 1024).
11. P774 "sxR-Vorwahl"=JA instellen. Gedurende 500 ms wordt er stroom geïnjecteerd en P321
12. De aandrijving overeenkomstig hoofdstuk 3.3 starten.
Attentie:
Bij een te klein ingesteld pulstal IGEB (P773) en/of te groot ingesteld poolpaartal (P324) loopt de
aandrijving na vrijgave (klem 43 = 1) ongecontroleerd aan naar f
Überwachung 1 (P510 = JA) en Gen. n-Überwachung 1 (P520 = JA) wordt een fout herkend en een
snelstop in werking gezet. Zijn P510 en P520 niet geactiveerd, dan de aandrijving uitschakelen
door de voedingsspanning te onderbreken. Is een binaire ingang op "/REGLERSPERRE' gepro-
grammeerd, dan wordt de aandrijving met 0-signaal aan deze binaire ingang eveneens afgescha-
keld.
Toerentalregelaar optimaliseren:
1.
2.
3.
4.
5.
38
Toerentalregelaar FRN31C / FEN31C
De aansluiting van de incrementele encoder controleren (→ hoofdstuk 2.18).
Inbedrijfstelling zonder toerentalregelaar (P770 = U/f-besturing) overeenkomstig hoofdstuk
3.4.3 uitvoeren.
De draairichting van de motor controleren, belangrijk voor de aansluiting van de encoder-
kanalen.
"1"-signaal op klem 41 en 43 "Rechts/stop": blik op de B-zijde van de motor → linksom
(A-zijde = aseinde, B-zijde = ventilator), blik op de A-zijde van de motor → rechtsom
Bij verkeerde draairichting twee fasen verwisselen.
P260 "Satz 1 START-/STOP-Freq." op de geprojecteerde waarde , b.v. 0,5 Hz instellen.
P323 "Schlupf 1" op de nominale slip S
Aantal poolparen
Nominale motorfrequentie 50 Hz
1 (2-polig)
2700
2 (4-polig)
1350
Nominale slip s
5 Hz
N
Attentie: P323 moet beslist op de juiste waarde, in ieder geval ≠ 0, ingesteld worden.
P324 "Polpaarzahl 1" van de aangesloten motor instellen:
bij 2-polige motor P324 = 1
bij 4-polige motor P324 = 2 (fabrieksinstelling) enz.
P510 "Mot n-Überwachung 1" en P520 "Gen n- Überwachung 1" = JA instellen.
P511 en P521 "Ansprechzeit 1" instellen. Acceleratie- en overbelastingstijd in ogenschouw
nemen.
P770 "Betriebsart" = toerentalregeling instellen.
"BOOST 1"en P322 "IxR" worden ingesteld. Blijft P774 = NEIN ingesteld, P322 met de hand
instellen.
P120 "t11 Rampe Auf" en P121 "t11 Rampe Ab" op een toelaatbare minimale waarde instellen
en de aandrijving starten.
P772 "Zeitkonstante Regler" > 200 ms instellen en P771 "P-Verstärkung" verhogen, tot de
aandrijving instabiel begint te draaien.
P771 verlagen, tot de aandrijving net niet meer instabiel draait. Toerental-instelgebied doorlo-
pen.
P772 stapsgewijs verminderen, met een toerentalopdracht-sprong controleren, correcte
instelling bij 1-2 overshoots.
P777 "P-Vorsteuerung" verhindert een te sterke overshoot. P777=0 betekent P-Vorsteuerung =
AUS. Hoe hoger P777 ingesteld wordt, hoe hoger ook P778 "Sollwertfilter" ingesteld moet
worden.
van de motor instellen..
nom
Nominale toerental van de motor [min
2760
2820
2880
2940
1380
1410
1440
1470
4 Hz
3 Hz
2 Hz
1 Hz
-1
] volgens het typeplaatje
Nominale motorfrequentie 60 Hz
3300
3360
3420
3480
1650
1680
1710
1740
5 Hz
4 Hz
3 Hz
2 Hz
. Alleen bij geactiveerde Mot. n-
max
®
MOVITRAC
31C Technische handleiding
3540
1770
1 Hz