3
Inbedrijfstelling
3.4.3
De aanwijzingen en voorinstellingen van hoofdstuk 3.4.1 in acht nemen!
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10. P321 "BOOST 1" weer verhogen, tot 80%I
11. Weer "0"-signaal op klem 43 "Vrijgave/snelstop" en "0"-signaal op klem 41 "Rechts/stop" of
12. P200 "f
13. P323 ""Schlupf 1" op de nominale slip S
14. Externe analoge commando's (b.v. toerentalopdracht-potentiometer) op klem 32/33 "n1"
15. De motor starten (→ hoofdstuk 3.3).
Attentie:
Bij meermotorenbedrijf zonder gemeenschappelijke belasting P328 "Motor ausmessen 1" = NEIN
instellen en de stappen 7...10 niet uitvoeren. Er wordt slechts BOOST ingesteld, IxR blijft nul.
Voor pompen en ventilatoren (in 1Q-bedrijf):
Lange acceleratie- en deceleratietijden (t11, t12) instellen (» uitlooptijd van de aandrijving) en
klem X3:43 ("Vrijgave/Schnelstop") met klem X2:44 (+24V) doorverbinden of klem X3:43 op "Ohne
Funktion" programmeren.
36
Rijwerk, meermotorenbedrijf, pomp- en ventilatoraandrijving
P200 "f
1" = 2...6 Hz instellen.
min
P201 "f
1" en P202 "f
Eck
max
Bij afwijkende motor P328 "Motor ausmessen 1" = JA en verder met 12.
Als P
< het aanbevolen motorvermogen van de regelaar en bij meermotorenbedrijf met
mot
gemeenschappelijke belasting P328 = NEIN en verder met 4. Deze instellingen bij koude motor
uitvoeren.
P321 "BOOST 1" = 0% instellen
P322 "I×R" = 0% instellen
P323 "Schlupf 1" = 0 Hz instellen
P321 "BOOST 1" weer selecteren
"1"- signaal op klem 43 "Vrijgave/snelstop" en "1"-signaal op klem 41 "Rechts/stop" of klem 42
"Links/stop". Draairichting controleren en, indien nodig, fasen verwisselen.
→ regelaar geeft f
1 weer en de aandrijving staat stil of draait zeer langzaam.
min
P321 "BOOST 1" verhogen, tot de aandrijving met f
P322 "I×R" verhogen, tot I
P321 "BOOST1" weer op nul zetten.
P322 "I×R" weer verlagen, tot de stroom weer terug valt uit de stroombegrenzing (
150%I
).
nom
klem 42 "Links/stop".
1" op de geprojecteerde waarde instellen.
min
Aantal poolparen
1 (2polig)
2700
2 (4polig)
1350
Nominale slip s
5 Hz
nom
(alleen met FEA31C) of klem 34/35 "n2" (basisapparaat) aansluiten.
1" overeenkomstig projectering instellen.
vloeit, d.w.z. 150% I
max
aangegeven wordt.
nom
van de motor instellen.
nom
Nominale toerental van de motor [min
Nominale motorfrequentie 50 Hz
2760
2820
2880
1380
1410
1440
4 Hz
3 Hz
2 Hz
draait en 80% I
aangegeven wordt.
min
nom
wordt aangegeven.
nom
-1
] volgens het typeplaatje
Nominale motorfrequentie 60 Hz
2940
3300
3360
1470
1650
1680
1 Hz
5 Hz
4 Hz
®
MOVITRAC
31C Technische handleiding
3420
3480
3540
1710
1740
1770
3 Hz
2 Hz
1 Hz