3.3
Starten van de motor
Bedrijf met analoge toerentalopdracht (unipolair, keuze van de draairichting via klemmen):
De volgende tabel geeft weer, welke signalen bij de fabrieksinstelling (P110 = 0...10V) bij de klem-
menstroken X2 en X3 beschikbaar moeten zijn, zodat de aandrijving met analoge toerentalopdracht
gestuurd wordt.
X2:41
Rechtsom/stop
Linksom/stop
X
"0"
"1"
"1"
"0"
"0"
Het volgende diagram laat als voorbeeld zien, hoe de motor met de aansluitingen van de klemmen-
stroken X2/X3 en analoge toerentalopdrachten gestart wordt. De binaire uitgang X3:61 ("/Bremse")
wordt voor het schakelen van de magneetschakelaar K12 voor de rem gebruikt.
"1"
Ingang X2:41
Rechtsom/stop
"0"
"1"
Ingang X3:42
Linksom/stop
"0"
"1"
Ingang X3:43
Vrijgave/
Snelstop
"0"
"1"
Uitgang X3:61
rem gelicht
"0"
10V
Toerental-
opdracht n2
5V
(Kl. X2:34)
0V
f [Hz]
A
50
Uitgangs-
Rechtsom
frequentie
25
f
f
min
start-stop
0
25
Linksom
50
Afbeelding 20: Diagram met analoge toerentalopdrachten
®
MOVITRAC
31C Technische handleiding
X3:42
X3:43
Vrijgave/Snelstop
X
"0"
"0"
"1"
"0"
"1"
"0"
"1"
"1"
"1"
"1"
"1"
t11 OP
t11 OP
X2:34
Functie
n2
X
geen vrijgave
X
stop
5 V
rechtsom met 25 Hz
10 V
rechtsom met 50 Hz
5 V
linksom met 25 Hz
10 V
linksom met 50 Hz
t11 OP
t11 NEER
t11 NEER
Snelstop-integrator t13
t11OP
Inbedrijfstelling
Snelstop-
integrator t13
01599ANL
3
29