2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder)
Controleren van het netwerk
Er zijn twee functies beschikbaar voor het controleren van de netwerkstatus: ping en traceroute.
Naam item
Server
Ping
Traceroute
Er zijn twee manieren om de server te selecteren die u wilt controleren.
Om de gewenste server te selecteren uit de serverlijst weergegeven op het aanraakscherm:
Controleerbare servers en ondersteunde protocols zijn de volgende.
Primaire DNS-server (IPv4/IPv6)
Secundaire DNS-server (IPv4/IPv6)
Primaire WINS-server (IPv4)
Secundaire WINS-server (IPv4)
SMTP-server (IPv4/IPv6)
POP3-server (IPv4/IPv6)
Primaire SNTP-server (IPv4/IPv6)
Secundaire SNTP-server (IPv4/IPv6)
LDAP-server 1
LDAP-server 2
LDAP-server 3
LDAP-server 4
LDAP-server 5
Remote server 1
Remote server 2
Om de gewenste server handmatig aan te wijze:
Voer de servernaam, het IPv4-adres of het IPv6-adres handmatig in.
Wanneer u een WINS-naam ingevoerd hebt voor het netwerkpad van de server op afstand 1/2 in instelling "Opslaan
als bestand (Save as File)" in TopAccess, kan de netwerkcontrolefunctie voor die servers niet worden uitgevoerd
door ze in de serverlijst te selecteren. Wijs in dat geval het IP-adres van de server op afstand 1/2 handmatig aan om
de netwerkcontrolefunctie uit te voeren.
Wanneer het ping/traceroute-commando een server niet kan bereiken, wordt het IP-adres weergegeven voor het
controleresultaat voor de server. Als het commando het om een of andere reden niet kan bereiken, wordt de
hostnaam weergegeven in plaats van het IP-adres.
Selecteer de server die u wilt controleren.
Druk op deze toets om de verbindingsstatus tussen dit apparaat en de servers op het
netwerk te controleren.
Druk op deze toets om het netwerkpad naar de gewenste server te bekijken en te
controleren.
Omschrijving
Netwerk (Network) 93