2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder)
Instellen van de slaapstand
Druk in het scherm Energie spaarstand op [Slaap/Super slaap (Sleep/Super Sleep)], [Auto slaap/
1
Super slaap (Auto Sleep/Super Sleep)], of [Auto Slaap (Auto Sleep)].
De naam van de toets is afhankelijk van het model en de bestemming. Wanneer u op deze toets drukt, wordt het
instellingenscherm weergegeven.
2
Specificeer de volgende items naar wens en voltooi de instelling.
Naam item
Slaaptimer (Sleep Timer)
Slaapstand (Sleep mode)
Super slaap (Super Sleep)
*
De beschikbaarheid van de slaapfunctie is afhankelijk van het model en de bestemming.
Afhankelijk van de bedieningsstatus, kan het voorkomen dat het apparaat niet in deze stand schakelt na de
ingestelde tijd.
Dit apparaat schakelt niet in de super-slaapstand, ook al is [Aan (On)] geselecteerd voor deze instelling, in de
volgende gevallen:
- Als een bepaalde optie geïnstalleerd is. (Draadloze LAN-/Bluetooth-module)
- Als de IPsec-functie (optioneel) ingeschakeld is.
- Als IEEE 802.1X-verificatie ingeschakeld is.
- Als IPv6 ingeschakeld is en het IPv6-adres anders dan handmatig ingesteld is.
- Als de POP3-cliëntinstelling ingeschakeld is en in de volgende situaties:
(1) De scaninterval is anders ingesteld dan op 0 minuten.
(2) Er is een POP3-serveradres ingevoerd.
(3) Er is een accountnaam ingevoerd.
- Als een bepaald netwerkprotocol ingeschakeld is. (AppleTalk, IPX/SPX)
In de bovenstaande gevallen kan [Aan (Enable)] of [Uit (Disable)] of [Slaap/Super slaap (Sleep/Super Sleep)]
niet worden gewijzigd.
De protocolinstellingen om het multifunctionele systeem terug te halen uit super-slaapmodus worden in de
beheerdersmodus van TopAccess ingesteld. Voor meer informatie, raadpleeg de TopAccess Guide
"Hoofdstuk 8: [Administration] Tab Page".
46 Algemeen (General)
Druk op de gewenste tijdsduur (in minuten) waarna het apparaat in de
slaapstand of super-slaapstand moet worden geschakeld.
*
Selecteer de slaapstand die wordt geactiveerd nadat een bepaalde tijdsduur
verstreken is.
Uitschak. (Power Off) — Druk op deze knop om het multifunctionele
systeem uit te schakelen.
Auto — Druk op deze knop om de automatische modus te selecteren die
ervoor zorgt dat het multifunctionele systeem in de slaapstand of
uitgeschakeld wordt, afhankelijk van de LAN- en faxverbindingen. Als de
verbindingen actief zijn, dan wordt de slaapstand geactiveerd. Als ze niet
actief zijn, dan wordt het multifunctionele systeem uitgeschakeld.
Slaap (Sleep) — Druk op deze knop om het multifunctionele systeem in de
slaapstand te zetten.
Na het klonen tussen de kleur- en monochrome modellen, functioneert de
slaapstand mogelijk op een andere manier. Als het multifunctionele systeem
onverwacht wordt uitgeschakeld of als de slaapstand niet naar wens
functioneert, controleer dan de instelling van de slaapstand.
*
Selecteer of dit apparaat in de slaapstand of in de super-slaapstand
geschakeld wordt nadat een bepaalde tijdsduur verstreken is.
Aan (Enable) — Druk op deze knop om het multifunctionele systeem in de
super-slaapstand te zetten.
Uit (Disable) — Druk op deze knop om het multifunctionele systeem in de
slaapstand te zetten.
Omschrijving