2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder)
5
Selecteer het bestand dat u wilt installeren en druk vervolgens op [Installeer (Install)].
Het scherm toont de firmware-informatie, afhankelijk van het model dat u gebruikt.
6
Druk op [Ja (Yes)].
De installatie wordt gestart.
Ontkoppel het USB-opslagapparaat niet tot de gegevensoverdracht voltooid is. Als het USB-opslagapparaat
tijdens de gegevensoverdracht uit het systeem wordt verwijderd, dan kunnen de gegevens op het
opslagapparaat beschadigd raken of kan een storing optreden op het apparaat.
Door op [Ja (Yes)] te drukken in het bovenstaande scherm terwijl taken worden verwerkt, wordt het scherm
Voorzichtig (Caution) getoond. Druk in dit geval op [Sluiten (Close)] en vervolgens op [Taakstatus (Job Status)]
om te bevestigen dat er geen taken in uitvoering of in de wachtrij zijn. Probeer de bewerking opnieuw uit te
voeren.
Koppel het USB-opslagapparaat, als de installatie voltooid is, los van de USB-poort van het
7
apparaat en druk op [OK] om het apparaat opnieuw op te starten.
Uw systeem is nu bijgewerkt. Wanneer het bijwerken afgerond is, wordt het apparaat automatisch opnieuw
opgestart.
Als er een melding verschijnt dat de gegevens ongeldig zijn, downloadt u het bijwerkingsbestand opnieuw.
Algemeen (General) 65