2.ITEMS INSTELLEN (Beheerder)
Er moeten verschillende wachtwoorden worden ingesteld voor [Gebr. wachtwoord (User Password)] en [Beheer
wachtwoord (Master Password)].
Voer 1 tot 32 alfanumerieke tekens in voor het [Gebr. wachtwoord (User Password)] en [Beheer wachtwoord
(Master Password)]. Het ingevoerde wachtwoord wordt verborgen met tekens.
Wanneer het sleutelsymbool naast het [Gebr. wachtwoord (User Password)]-veld gemarkeerd is (
gebruiker het wachtwoord niet wijzigen.
Wanneer het sleutelsymbool naast het [Beheer wachtwoord (Master Password)]-veld gemarkeerd is (
gebruiker het coderingsniveau of de toelatingen niet wijzigen.
Dit multifunctionele systeem ondersteunt alleen ASCII-tekens voor een wachtwoord voor de gecodeerde PDF-
bestanden. Als dus andere tekens dan ASCII-tekens werden gebruikt voor de gebruikersnaam en wanneer [Gebr.
authenticatiecode als wachtwoord (Use Authentication Code as Password)] is geselecteerd, dan kunnen de
gecodeerde PDF-bestanden niet worden geopend doordat het wachtwoord onjuist wordt.
Als [Uitnemen (Extract)] of [Toegang (Accessibility)] geselecteerd wordt of niet langer geselecteerd is als [40bit RC4]
geselecteerd wordt, zijn beide opties overeenkomstig ingeschakeld of uitgeschakeld.
Wanneer u [Aan (Enable)] selecteert voor modus "geforceerde encryptie" is het uitvoeren van andere
bestandsindelingen (JPEG, TIFF, enz.) dan beveiligde PDF verboden. Bovendien zullen de volgende Scannen naar
bestand-bewerkingen die het beveiligde PDF-formaat niet kunnen genereren, niet beschikbaar zijn.
- Kopiëren & bestand
- Fax & bestand
- Internetfax & bestand
- Netwerkfax & bestand
Deze beveiligingsinstellingen worden toegepast "Scan naar bestand of USB"- en "Scan naar e-mail"- taken.
Uitvoeren van de integriteitscontrole
Via dit menu kunt u de volgende procedures voor integriteitscontrole uitvoeren:
[Minimum]
Als [Minimum] wordt geselecteerd, dan worden de uitvoeringscode om de beveiligingsfunctie toe te passen en de
gegevens waarnaar de uitvoeringscode verwijst gecontroleerd.
[Vol (Full)]
Als [Vol (Full)] wordt geselecteerd, dan worden alle uitvoeringscodes en de gegevens waarnaar de uitvoeringscode
verwijst gecontroleerd.
P.111 "Uitvoeren van de integriteitscontrole"
Uitvoeren van de integriteitscontrole
Druk in scherm Beveiliging (Security) op [Integriteiscontrole (Integrity Check)].
1
Druk op [Minimum] of [Vol (Full)].
2
), kan een
), kan een
Beveiliging (Security) 111